Mr A. Diepenbrock pr.
aan
Matthijs Vermeulen
Aerdenhout, 10 januari 1953
Aerdenhout
Vondelkade 18
10-1 '53
Beste Matthijs,
Je artikel "Hoe de Goden sterven" heeft mij zeer getroffen. Het is de "kern van de zaak".
Het is mij onbekend hoe je verder denkt over de gansche openbaring door Jezus Christus, maar in het wezenlijke – de liefde – zijn wij de schuldigen.
Het schijnt of wij niet meer bij elkaar kunnen komen (ik bedoel: physiek) ik lees altijd alles wat je in de Groene schrijft. Er is geloof ik wel een verschil: Jij ziet God meer immanent (zooals de mensch hem schept); ik geloof dat God de liefdekracht is buiten ons, die steeds jacht op ons maakt om in ons te komen opdat wij de liefdekracht die Hij dan in ons is, zouden "doorgeven" aan de andere menschen. Alles, het gebed, de Sacramenten zijn middelen om die liefde (Hij zelf) in ons te doen groeien en onze eigenbaat kleiner te doen worden. "De liefde wordt niet bemind" zei Franciscus. Ik begrijp zoo hoe hij er toe kwam zich naakt op de grond uit te strekken en zóó een nieuw leven te beginnen. Ondertusschen rook ik groote sigaren en zit in een auto en maak mij wijs dat ik anders mijn "werk" niet kan doen.
Bid met Thea en Odilia voor mij opdat ik althans iets van de liefde aan de menschen kan brengen; ik gedenk jullie dagelijks in de Mis.
t.t.
Fons pr.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA