Adriaan Roland Holst
aan
Matthijs Vermeulen
Bergen, 9 januari 1959
Bergen N.H. −
9. i. '59 –
Vrijdag –
Beste Thijs −
Die middaguren bij je gaven mij kracht om een paar nogal zware Gooische dagen te overleven. − Je bent nu eenmaal een onderstroomzetter, en zoo'n al te kort verblijf in je kamer en tegenover je bevordert mijn weerbaarheid in de mindere maar onvermijdelijke levensambiances. − Vandaar dat ik het van harte als een voorrecht beschouw, tenminste iets te kunnen bijdragen aan wat jullie voor het dagelijksch bestaan nodig hebben. Ik sluit het hierbij in − en bedank nu maar niet. –
Het stelt mij ook gerust, dat Thea zich beter gaat voelen, want het is mij veel waard, jullie onder dat historisch gewijde dak zoo beveiligd mogelijk te weten. –
Vergeet vooral niet, mij je telefoonnummer te melden!
In Bussum was ik nog een middag bij Gorter's levensvriendin, Jenne Clinge Doorenbos. Ook die middag had ik niet willen missen. –
Bij mijn thuiskomst wachtte mij het bericht, dat v. Domselaer voor 3 maanden is opgenomen in een ziekenhuis in Alkmaar − een hopeloos geval: slijtage van de heup en een breuk door inwendige oorzaak. − Hoewel ik tot zijn werk maar zeer gedeeltelijk toegang kon krijgen, heb ik aan onzen omgang gedurende een menschenleeftijd toch veel gehad, en het is beklemmend te weten, dat nu ook bij hem de afbraak begonnen is. –
Maar Vrijdag a.s. hoop ik in A'dam Jan Greshoff's huldiging bij te wonen, al zal, naar men mij verzekert, geen Ned. Leeuw daar troostend brullen....
Binnen afzienbaren tijd hoop ik weer eens 'n paar dagen in Laren te komen om te overleggen bij welke teksten van mij jouw toon en mijn taal zouden kunnen samengaan –
Ook voor Thea − van harte,
je Jany
Ik verheug er mij op, je stem binnenkort in mijn telefoon te hooren –
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA