Anny Vermeulen-van Hengst
aan
Marie van der Meulen
Louveciennes, 8 januari 1942
Louveciennes (S&O)
2 Rue de l'Etang
8 Januari 1942.
Lieve Marie, reeds eenigen tijd wacht ik op een brief van je? Hoe is 't ermee? Heb je mijn brief, met een blaadje van Thijs erbij! en later onze briefkaart ontvangen? Ik hoop dat je niet ziek bent. Waar bracht je de kerst door? In Haarlem of op je eentje. Hier is alles vrij wel. Van Roland kregen we goede berichten en vanmorgen pas weer een van den 21. Dec. reeds, hetgeen beteekent dat de post weer vlug gaat na al het oponthoud door de Kerst-drukte. Van Théa Diepenbrock een kaart van 31 Dec, dus als jij tegen Kerst geschreven hadt zou ik nu toch wel reeds wat ontvangen hebben. Van mijn nicht Hélène, zuster van Frits Graichen, hoor ik dat diens vrouw geen "blijf" wist voor mijn arme kist nu ze geen relaties meer heeft met van Es & van Ommeren en dat ze 't jou zou laten weten. Deed ze dat? En wat heb jij gedaan? Ik schreef aan Hélène, mevr. H. van de Velde-Graichen, 21 Troelstralaan, Amersfoort, dat je op één enkele kamer woonde en geen plaats had en dat ik van mijn schoonbroer niets wilde weten om daar die kist te plaatsen. (Ik hoop dat je dat niet deedt.) Ik vroeg of ze aan van Es & van Ommeren wilde vragen die kist bij hen te laten tot ik eens kon komen, Holland zal toch niet altijd verboden blijven! De vrouw van Frits had de rest van haar huis verhuurd om er te kunnen blijven wonen. Enfin, schrijf me spoedig wat je ervan weet en antwoord haar maar dat het absoluut onmogelijk is voor jou (of voor je broer). – Théa en Joanna hebben in Arnhem "La Veille" nog weer eens gezongen. Hier is Thijs geabsorbeerd in z'n 5de. De kinderen maken 't goed, maar Josquin is nog niet uit werken gegaan. Hij zal per correspondentie een cursus in toegepaste wiskunde volgen waar hij veel lust in had altijd, en dan later één om hulp-ingenieur in vliegtuigen-bouw te kunnen worden. Nu hij geen vliegenier kan zijn, wil hij toch in z'n ideaal blijven. Donald had weer z'n groene kaart van 't tableau d'honneur, maar groeit zoo enorm, ziet er niet erg sterk uit. Met 16½ is hij even lang als Josquin en Thijs, moet je denken. Roland schreef dat hij z'n tranen niet kon weerhouden toen hij Thijs en mij zoo vermagerd zag op de kiekjes v.d. zomer gemaakt. Hij wilde geen postpakketten meer ontvangen met etenswaren, die goeierd. Maar die krijgt hij van de mairie en die worden op 't raadhuis ingepakt en verzonden! Trouwens menschen die geld hebben konden zooveel eten als ze wilden, maar wij hadden een heel jaar op niets geleefd dan op wat de twee jongens met hout-zagen, transporteeren verdienden. 't Is nog een wonder dat de kinderen dat zoo goed verdouwden. Alleen hoop ik maar dat Donald er geen nadeelige gevolgen van zal hebben in die groeiperiode. – 't Weer is af en toe al wat voorjaarsachtig, dat geeft je zoo'n idee dat de winter al bijna voorbij is. Ik denk dikwijls aan jou op je kamer met je plantjes. In één der eerste dagen der maand plukte ik nog 2 witte rozen en 1 knop, bevroren maar welriekend nog, op het terras in den tuin. Hier voor 't eene raam van m'n slaapkamer waar we huizen, staan seringen, als ieder jaar al met kleine groene puntjes. Uit het andere zie ik op een prachtige heuvel van 't bosch dat erg gekapt werd en het uitzicht vrijgemaakt kreeg daardoor. De luchten zijn schilderachtig mooi daarboven overheen. – Allen laten je heel hartelijk groeten, Thijs vooral, en je nogmaals 't allerbeste wenschen voor 1942. Dag, kind, schrijf maar eens spoedig en wees hartelijk omhelsd door je
Anny
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA