Nico van der Linden
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 15 november 1947
Amsterdam-Z., 15 November 1947
Hooggeachte Heer Vermeulen,
Mijn oprechte bewondering voor Uw moed en Uw eerlijke gezonde strijdlust deden mij vermoeden, dat ik minstens een antwoord zou mogen verwachten op mijn laatste schrijven.
Vooral omdat een plan dat ik de Heer Moussault voorlegde, mede van Uw oordeel afhing.
Het is pijnlijk dat men in de zeer weinig geloofwaardige, waartoe ik U nog steeds met volle overtuiging rangschik, zou moeten gaan twijfelen.
Juist omdat Uw woorden in mij een goede naklank vinden, meende ik als erkend ernstig werkend en altijd strijdend kunstenaar, met U van gedachten te moeten wisselen.
Natuurlijk is dit schrijven niet bedoeld als een "terechtzetting" doch veeleer als bewijs mijner teleurstelling die enkel kon ontstaan uit gevoelens van hoogachting en waardering, gevoelens die men in deze tijd, gaarne blijft koesteren voor het object die deze wist te schenken.
Inmiddels, met mijn hulde voor Uw laatste artikel in "De Groene" verblijf ik,
Hoogachtend
Nico van der Linden