F. von Eugen
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 21 augustus 1947
Amsterdam, 21 Augustus 1947.
Zeer geachte Heer Vermeulen,
Te nauwer nood is de ene reis achter de rug of de andere gaat weer beginnen. Nu moet ik vandaag weer vertrekken naar Duitsland om pas aan het eind van de volgende week terug te komen, waarna op 2 September a.s. weer een reis voor drie weken naar Amerika op het program staat. Vóór eind September zie ik dus geen kans U te ontmoeten, hoe zeer mij dit ook spijt.
Intussen echter wordt aan de productie van Uw boek hard gewerkt. Wij geloven op het ogenblik zo ver te zijn, dat de uitgave nog voor dit najaar verzekerd is. Als wij hier werkelijk in slagen dan hebben wij meer bereikt dan een gesprek kan opleveren.
Dit betekent echter geen afstel van onze afspraken. Integendeel, er zijn te veel dingen die mij op het hart branden om met U te bespreken om niet met grote vreugde een rustige ontmoeting met U tegemoet te zien.
Voorlopig echter is aan dit uitstel tot na September niets te doen.
Hartelijke groet,
F. von Eugen
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA