Leo Hanekroot (De Tijd)
aan
redactie De Groene Amsterdammer
Den Haag, 21 juli 1949
Haag, 21/7/46
Ten Hovestraat 25
Geachte collega's,
Het jongste artikel van Matthijs Vermeulen1 heeft drie gewaarwordingen bij mij gaande gemaakt:
Geamuseerdheid: Zijn gereputeerde hyper-critische sensibiliteit legt hem natuurlijk zware verplichtingen op. Hij heeft dus Toscanini ook al door en wel zoo goed, dat hij hem even kan wegzetten. Dat hij Amsterdam als voorbeeld stelt, is waarlijk kostelijk. Ik veronderstel, dat hij over het verleden spreekt. Niet onwaarschijnlijk, dat hij binnenkort verzucht, dat Mengelberg toch weer terug mocht zijn. Maar dit mag ik wel. Hem staat het aardig.
Bewondering: Waarom Toscanini, ware hij nu wel naar Parijs gegaan juist de Muziek gediend zou hebben in tegenstelling klaarblijkelijk tot wat andere artisten doen, – wel, ik begrijp er niets van, maar ik bewonder deze singuliere knapheid graag.
Verbazing: En moet M.V. zulke stukken, als waarover hij het heeft, mooi vinden? Het laatste wat ik van hem had verwacht is, dat hij diplomaat zou worden. Maar in ernst, – waarom spreekt hij van "wij" en laat zijn lezers in de waan, dat hij het over de muziekcritici heeft?
Met collegiale groeten en de meeste hoogachting,
Leo Hanekroot
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA