Matthijs Vermeulen
aan
Thea Diepenbrock
Louveciennes, 4 juli 1946
Louveciennes
Donderdag-middag
4 Juli 1946
Mijn lief en groot vertrouwen, mijn Thea,
Van morgen je brieven van 1 en 2 Juli met het briefje uit Vlieland (van wie is het?)1 dat je moet bewaren, vind ik, om het innige, werkelijke gevoel dat in verschillende regels hoorbaar is.
Zo juist kreeg ik ons beider doop-acte en de permissio nubendi sponsae meae. Ik ga er direct mee naar Pastoor Besle.
Het nummer van mijn ring is 22. Een tikje wijd; doch ik moet ermee rekenen dat ik een beetje aandik!
De brief van Jany heeft mij sterk getroffen. Voor ons heeft hij een hart; dat is zeker. Hij wordt me door zoo'n brief als vriend zeer dierbaar. Er staan regels in van een wezenlijk dichter. Dat ontroert me, en doet me een onmetelijk genoegen.
Vanochtend schreef ik eveneens aan mijn huisbaas; ik voeg het klad hierbij à titre documentaire, dat je op de hoogte bent.
Tot straks, Thea-lief, mijn hoop, mijn geluk,
en sponsa in aeternum
van je
Matthijs.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA