MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460422 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 22-23 april 1946

Louveciennes

22 Apr. 1946; Maandagmiddag

Mijn snoes, mijn honnepon, mijn lieverdje, mijn lekkerd,

om je een aantal namen te geven waarvoor je misschien op je achterste pooten gaat staan, (ik zou dat wel eens willen zien ma jolie biche) en als ik ze maar wist dan kreeg je er nog meer, want ik wou, na die 18.000 zoentjes, wat met je stoeien, je wat porren en kietelen, als ik je pakken kan, gannef, waarom juist achttien duizend, is dat een mystiek, symbolisch getal, Thea-lief? Ik houd ze te-goed, ze zijn beloofd. Heel gezellig, je Arnhemsche trein- en bed-brief. Je scheen in je sas te zijn. Zooals je gemerkt hebt zei ik ook een dezer dagen dat we samen flink zijn opgeschoten sinds October. Doch laten we onze vrijerij nog maar een tijdje doorschrijven. Ik heb je allicht nog dingen te vertellen. Vanmorgen, pratend met je in mijn roes, wou ik je niet minder dan pleins pouvoirs vragen, plein pouvoir over de gansche Thea! ik zei erbij: niet dat ik ze gebruiken zal, maar ik wil ze hebben voor 't geval ik ze gebruiken kan. Pouvoirs illimités! Dit weet je vast! Verder ben ik vanochtend (na je brief die me nog verliefder [en] verlangender maakte dan ik al was) stevig van wal gestoken met mijn 7e hoofdstuk: De Natuur bevestigt den mensch. De titel beviel me niet héélemaal. Doch ik vond niet beter, wou niet langer zoeken en dacht: 't kan er mee door. Ken je Joseph Sauveur? Hij is de grondlegger der complete acoustiek. Bijna onbekend. Tot zijn zevende jaar stom. Levenslang doof. De Nazi's, de Spartanen en de Amerikaansche hygiënisten zouden dit kind naar de andere wereld gestuurd hebben. Een mislukkeling! Het is buitengewoon interessant om in 't hoofd en in de ziel te kijken van een Doove, die de wetten van den klank wil ontdekken, en ze inderdaad voor 't eerst ontdekt sinds de schepping der Aarde. Ik hoop dat in mijn woorden iets zal na-vibreeren van die vibraties!

Zeg, liefste, wat verstaan Joanna en Engelj. eigenlijk onder "de liefde laten voorgaan", uitdrukking welke ikzelf ook gebezigd heb af en toe? Als ik Anny piano deed spelen (want ik moedigde haar aan) hoewel 't mij ongerief bezorgde, dan liet ik de liefde voorgaan. Als ik in de jaren dat Anny mij aan den dijk had gezet, haar trouw ben blijven dienen (hoewel soms slecht gehumeurd) dan liet ik de liefde voorgaan. Maar toen Anny dien ruil deed met Josquin heeft zij de liefde nièt voor laten gaan. Toch ondernam ze dat met liefde en uit liefde. In 't algemeen aangewend, zonder te specifieeren, is zoo'n uitdrukking "de liefde laten voorgaan" erg onbegrijpelijk, en zelfs gevaarlijk, merkte ik. Je weet pas in concrete gevallen in hoeverre ze deugt en of je ze zoudt onderschrijven. Ik durf daarom niet uitmaken of ze slaan kan op jou voor de zaak waar je 't over had, de paar kwartieren die je mij niet geeft omdat je bij Joanna slaapt. Dat is allemaal bijzonder ingewikkeld. Het lijkt me haast alsof die spreuk geen betrouwbare maatstaf is. Ik kan mij best voorstellen dat jij de liefde jegens mij zoudt laten voorgaan en me niettemin te kort zoudt doen, om de eenvoudige reden dat je gewoon bent jezelf geregeld te kort te doen. Ik zou daarom wel willen dat je een tikje egoïstischer werd. Dat schijnt paradoxaal geredeneerd maar in den grond is 't juist, geloof ik. Het is van mijn kant ook weer egoïsme dat me zoo doet denken, doch voor ons beider bestwil. Ik ben niet zoo'n barre egoïst als ik, dit zeggende, lijk, maar ik heb een soort afschrik voor offers en offertjes, want als je daarmee eenmaal begint dan komt er geen eind aan. Mijn heele princiep zou zijn: elkaar zooveel mogelijk genoegen, zoo weinig mogelijk pijn doen.

Ik ga nu een eindje wandelen want ik heb zoo'n idee dat ik suf word. Er staan tuinboonen van je te koken; die zullen wel gaar zijn nu. Dat is voor morgen. Daarstraks heb ik mijn driedaagsche witte-kool met prei beëindigd. Ik neem altijd 't zelfde bord, lepel en vork. Geen afwasch! Bijna geen werk. Ideaal om alleen te zijn! In den ganschen morgen was je zóó intens bij me aanwezig, dat ik dacht onder 't eten: Thea zou eigenlijk jaloersch kunnen zijn op zichzelf!

's avonds, 10 uur

Bedrieg ik me niet dan zat er vanmiddag achter in mijn kop: "Ik hoop dat Thea niet denzelfden weg opgaat als Anny." Ook Anny had dat instinct van altijd-gereede behulpzaamheid en beminnelijkheid. Als er in de buurt een werkmansvrouw ziek lag, en we hadden zelf niets in huis, en ze had 't zelf even noodig, dan ging zij nog versterkende middelen brengen. Ik heb haar steeds laten begaan. Ik dacht: Wanneer er ergens een Rechter zetelt dan moet hij dat prachtig spel vinden. Zelfs van mijn zijde! Toen ik haar tijdens den oorlog bezig zag met de jongens, alles weggevend, zichzelf tot een skelet makend, begreep ik pas het gevaar van dat instinct. Doch 't was te laat. Je hadt dat moeten bijwonen. En soms verweet zij me nog, als ik haar vroeg om te denken aan de toekomst, om te denken aan mij, dat ik een egoïst was, – hoewel ik haar zelf alles gaf wat ik missen kon, en al wat ik kreeg deelde met de kinderen. Ik acht jou daar ook toe in staat. En waarlijk, dat noem ik geen "glad-loopen". Ik verstond hieronder het afweren van ziekten en andere slechte dingen. Dat glad-loopen in mijn leven met Anny is opgehouden in 37 toen Josquin het touw brak waaraan hij gymnastiek maakte. En zijn schedel brak. Josquin verkeerde toen in een periode van "ontrouw" jegens mij; hij heeft me zijn ongeluk niet eens verteld. Dat had niet hoeven te gebeuren. Maar je kunt niet overal tegelijk zijn. En wat jij 't "deficit" noemt in 't leven van Anny daar kon ik ook niets aan veranderen. Dat moet ongeveer in denzelfden tijd ontstaan zijn. Ik vertelde 't je vroeger al: Zij had mij graag "een millioen" gegeven en zij kon het niet. Dat was haar eenige deficit. – Neen, zij heeft nooit eigen geld gehad. In de Hollandsche Rading leefden wij door de ondersteuning van een tiental vrienden, die twee jaar geduurd heeft. (Op een mooien dag vroeg iemand me of 't waar was dat 't geld van Mengelberg en 't Concertgebouw kwam!! Van die bankiers heb ik goede herinneringen!) (Ik houd 't voor een waar mirakel dat ik zoo weinig "verzuurd" ben.) Toujours raison garder! Ja, dat jaar in de Hollandsche Rading was gelukkig. Wat bedoelde je laatst toen je zei dat je zoo weinig kende van mijn leven met Anny? Ik meende je al een heeleboel verhaald te hebben. Je kunt me vragen wat je wilt. Vraag maar. Dan weet ik tenminste wat je graag weten zoudt. Die leeftijdskwestie, dunkt me, speelt geen rol in mijn niet-openheid met Anny. Want Anny is immer van denzelfden leeftijd gebleven, evenals ik overigens. Wij worden wijzer (jij ook, denk ik) maar niet ouder. Wij bewaren het vuur. Maar de denk-gewoonten zelf van Anny leidden niet tot openheid. Zij wist en begreep alles zonder woorden en had daar plezier in. Dat vermeerderde nog mijn natuurlijke geslotenheid. Ik had nooit te spreken eigenlijk. Niets ontsnapte haar. Niet de kleinste kleinigheid. En mij ontging ook niet veel van haar. Ik heb haar innerlijken strijd van 40 tot 44, dat geen liefde meer willen en tòch liefde verlangen, van dag tot dag kunnen volgen. Ik geloof ook niet dat het leven van Anny en mij beoordeeld moet worden volgens de gewone maten van menschelijk geluk. Het is moeilijk om dat duidelijk te zeggen. Er was een tweede (onzichtbaar) hooger plan dat veel gewichtiger voor ons beiden was dan het gewone (zichtbare) plan. En alleen de mogelijkheid reeds van dat hooger plan (al lukte daar ook niet alles – en al was het einde gelijk zij 't gewild heeft) woog op tegen hetgeen de menschen verstaan onder geluk.

Maar 't is middernacht, liefste. Ik ben later begonnen omdat ik de Radio nog opengedraaid had, wat ik een poos niet deed. Ik wou Verklärte Nacht van Schönberg en 't Pianoconcert van Allan Rawsthorne hooren. Als je een echt Wagner-afkooksel wilt hebben moet je bij dien Schönberg zijn. Dan houd ik meer van Puccini! Rawsthorne dirigeerde zelf met Jacques Genty als solist. Twee snelle deelen in het idiote moderne rythme van machinale polichinelle; geen spoor van idee; als hij "gevoelig" wordt heeft hij niets dan burgerlijke, sentimenteele banaliteiten; en een langzaam deel volgepropt met slecht gecamoufleerde academismen. Veel jazz-invloeden en geen greintje persoonlijkheid. Dat moet tennaastebij ook wel jouw opinie geweest zijn toen je 't hoorde in Den Haag met Peter aan de piano. Hoe is 't mogelijk dat de heele wereld in een richting verzeilde die niemand bevredigt en niemand amuseert zelfs! Een toer om daartegen op te tornen.

Ik ben al een kwartier je in gedachte aan 't toestoppen. Maar je laat me niet los. Ik zou je nog iets heel liefs willen zeggen. Mijn kleine Thea. Slaap lang en goed. En kom morgen weer bij me zooals vandaag, met je 18000 zoentjes. Want ik heb ze gehad, liefste, mijn Thea. En ik gaf ze je terug.

Dinsdagmorgen 23 Apr.

Briefkaart van Onnen die me vraagt om vanmiddag de cello-sonate te komen hooren met Paul Tortelier. Het contrarieert me daar ik mijn dag reeds geordend voor den geest had. Ik heb toch maar besloten te gaan.

Ik had je graag geschreven dezer dagen over wat voor jou, onderstreept nog wel, "ontzettend moeilijk" is. Maar ik kon me geen standpunt vinden, bij gebrek aan voldoende gegevens. Wat verdriet en desillusionneert Joanna (behalve dat zij niet met hem trouwen kan) in Engelj.? Wat mishaagt jou eigenlijk in Engelj.? Wie kan zich 't moeilijkst van elkaar "scheiden": Thea van Joanna? Of Joanna van Thea? Of beiden in gelijke mate? – Ducht je iets voor Joanna wanneer zij jou als dagelijksche mentor zou missen? Werd Joanna vrouw door Engelj., zooals ik uit een passage van je laatste brief afleid? Hoe is Engelj. met zijn eigen echtgenoote? Wonen zij nog samen? – Ik ken bijna niets van het heele probleem zooals je ziet.

Geen brief van jou, heden. Thea heeft vandaag niet jaloersch te zijn op Thea!

Maar altijd heb je de liefde van je

Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA