W.H.C. Knapp
aan
Matthijs Vermeulen
Scheveningen, 21 april 1952
Scheveningen, 21-4-1952
Zeer geachte Heer Vermeulen,
Niet gaarne wil ik verzuimen U mijn hartelijke dank te betuigen voor de uitnemende wijze waarop U mijn boek1 heeft besproken. U heeft het bovendien op zulk een onderhoudende en spannende manier gedaan, dat ik door Uw beschrijving2 geheel geboeid werd.
Uw collega de heer Basoski heeft het werk eveneens op bijzonder waarderende wijze besproken en het artikel, evenals U dat deed, met foto's geïllustreerd.
Zoals ik niet anders had verwacht is er in (de Maart-aflevering van) "Het Orgel" een uiterst zure kritiek verschenen. Daar de recensent herhaaldelijk blijk gaf het boek niet behoorlijk gelezen te hebben, meende ik de redactie daarvan op de hoogte te moeten stellen. De copie van de aan haar gerichte brief die U hierbij aantreft, kunt U behouden. Het mooiste is wel het verwijt dat de schrijver zich niet voldoende van zijn eigen inzichten heeft los kunnen maken, een prachtzin voor het samen te stellen prospectus. Dat de recensent het betreurt dat ik aan de electrische tractuur de voorkeur geef is natuurlijk zijn goed recht. Of deze tractuur tot het verleden behoort en de toekomst aan de mechanische orgels is, is echter een andere vraag.
U nogmaals zeer dankend en hopend dat U mijn boek bij gelegenheid ter lezing zult aanbevelen, verblijf ik gaarne met alle hoogachting Uw dw.
WHC Knapp
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA