Peter Berman
aan
Matthijs Vermeulen
Den Haag, 17 februari 1951
J. Maetsuykerstr. 134
DenHaag, 17-2-'51
Beste Matthijs,
Ik zal trachten enige gedachten op papier te zetten, al valt me dat in de regel nogal moeilijk. Maar:
Woensdag een week terug hoorde ik hier: "Passacaille et cortège", uit de Vliegende Hollander. Mijn verontschuldigingen, dat ik niets van me liet horen, niet naar je toe ben gekomen, ofschoon ik wist (las) dat je de volgende dag je anniversario zou vieren; maar ik wilde eerst met mezelf tot klaarheid komen over dit werk. – Ik zou, in 't bijzonder, graag de partituur willen zien van de inleidingsmaten van de marche. Hun functie in 't geheel is me, geloof ik, wel duidelijk (het des te stralender en heroischer laten uitkomen van het dur-begin van de marche?), maar de muzikale lijn en spanning erin was me nog niet duidelijk. (Idem: een van de pass.-variaties.) Eén en ander lag waarschijnlijk in belangrijke mate aan de dirigent, – sympathiek, wellicht, maar te slap, te weinig persoonlijkheid. Speciaal in de passacaille miste ik in z'n directie een zekere kernachtigheid en lijn, die, ondanks de voldoende ritmen + melodieën, aanwezig moeten zijn. – Het stuk als geheel: het heeft duizelingwekkend mooie momenten; de passacaille met een verstillende, de marche met een reinigende, volkomen-gelukkigmakende werking (over de "functie" van de kunst gesproken!); zó gaan de mensen over 25 (10? 50?) jaar erna naar huis. Behalve in denHaag, waar dan nog voor een prul-Tsjaikowsky-concert "de zaal wordt afgebroken", en men op dit stuk "beleefd" reageert. Het was beschamend. –
Op 't ogenblik volg ik aan het conservatorium, behalve de pianolessen van Hengeveld, de schoolmuziek-cursus. Nogal versnipperd/dilettantisch opgezet, als geheel, maar met interessante elementen in sommige opzichten. In ieder geval zit er toekomstmuziek in (zoals je weet sta ik optimistischer tegenover de muzikale mogelijkheden van de Hollandse jeugd dan jij) Zodra het me physiek mogelijk zal zijn ga ik bij Van Otterloo (wat een dirigent!) directie studeren.
Misschien wil je me schrijven wanneer je in den Haag komt, of wanneer je me in Amsterdam eens kunt spreken? Ik zal graag komen! – Mon maître, ik moet eindigen –
Met heel veel respect, – je
Peter Berman.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA