MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460713 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 13 juli 1946

13 Juli '46

In de hal van het Deviezenkantoor.

Een Zaterdag is een slechte dag, Matthijslief, veel menschen hebben de ochtend ook vrij en doen hun zaken af. Het is hier stampvol. Maar dat is toch niet eens de reden misschien waarom mijn papieren niet klaar zijn, want daaraan zal de drukte van gisteren wel schuld zijn. Die vele menschen geven je alleen het gevoel dat je niet doordringt.

In de hal van de Kas-Vereeniging!

Net was ik zoover – ik had eerst je Kunst en Moraal zitten lezen in de gedrukte versie met Cöline [lees: Céline] en Dook op crediet1 – toen de man met de papieren kwam. Nu moet ik hier natuurlijk een tijd wachten op het Fransche geld. Bij dien drukker ben ik voor niets geweest, de stakker heeft geen papier en geen enveloppen.

Vanochtend 2 brieven van je. Woensd. en Donderdag. Eerst begreep ik niet goed waarom je dat wakker worden 's nachts en meteen iets tegen me zeggen zoo bijzonder vond. Maar toen begreep ik het: jij slaapt zeker zoo vast dat je altijd een overgang noodig hebt om tot bewustzijn te komen. Voor mij is dit dagelijksch werk. Ik slaap zoo dat ik, als ik wakker word, dadelijk klaarwakker ben en ik geloof dat ik bij dat wakker-worden, wanneer het ook is in de nacht, altijd wel dadelijk aan jou denk.

Het niet-rennen wil ik me wel aanleeren, maar dan moet er niet thuis een leerling zitten of zooiets. Het eerste noodzakelijke is dan kluizenaar te worden. Ik geloof niet dat, als ik me in zou houden, mijn heele body op hol zou willen slaan. Dat gaat uit van een lichaam met kracht, met kracht teveel. Ik moet altijd eerst kracht produceeren – dus als ik niet ren, gebeurt er niets in me. Zoo stel ik me tenminste voor. Maar als oefening van den wil is het natuurlijk heel goed om niet te rennen.

Het lijkt wel alsof je bang bent dat ik bang ben voor onze ontmoeting – dat ben ik niet! "We zijn blij met elkaar."

Heel kostelijk is je ravissement over het telegram. De juffrouw heeft zich eerst verschreven, had een P geschreven, dat heeft het lot zeker gewild, toen kon zijn er later al die mooie kringels in den vorm van een hart omheen maken.

Bij een anderen drukker ben ik ook niet geslaagd. Hij toonde niet het minste begrip en had ook alleen maar papier dat eigenlijk niet geschikt was. We zullen het, tenzij er in Parijs iets op te vinden zou zijn, in de krant moeten zetten.

Den kaartenlegger heb ik weer niet aangetroffen, maar zijn vriend, den kunsthandelaar, die een praatje zat te maken met van Doorninck, voorzitter van het Conservatorium, ik geloof ook van Toonkunst (afd. Amsterdam), bestuurslid van het Concertgebouw, tout ce qu'il y a de plus collaborationiste, later van "Sanders en v. Lier", dus ook van de Diepenbrocken. Het was een grappige ontmoeting: hij groet ons niet meer sedert hij zich in dat kamp geplaatst heeft. Nu moest hij beleefd een handje geven. Ik vertelde daarop aan den ander van ons en wat doet daarop van Doorninck, die zich afzijdig had gehouden? Hij feliciteert me en zegt heel verheugd (hij had niet hoeven luisteren, maar had het blijkbaar toch gedaan): ik was al zoo blij dat ik na zoo lange jaren weer een artikel van hem las. Matthijs Vermeulen reçu in de Concertgebouw-kliek! Thea Diepenbrock weer in de gratie omdat ze met M.V. trouwt!

Zal je eraan denken wat te eten voordat je me gaat halen? Ik had laatst niet gerealiseerd dat jij al omstreeks ½ 7 waarschijnlijk het huis uit moet. Steek een paar botenhammen in je zak, zal je het doen?

Tot straks, mijn liefste. (Ik hoop niet dat je al den heelen middag in de stad bent, want dan krijg je dit misschien niet meer.)

We snoepen elken dag heerlijk van meneer Fouquet's wonderen!

T.à.t.

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. "Dook op crediet" moet zijn "Dood op crediet". Deze zetfout staat in het artikel van 13 juli 1946.