MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460425 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 25 april 1946

Bij den tandarts, 25 April

Liefste, het is gek dat de brieven die ik vanochtend van je kreeg (van Zaterdag tot Dinsdag) tegen mijn verwachting in een beetje mat zijn. Hoe komt dat? Toch door de eenzaamheid? Ze zijn, voor mijn gevoel, geen vervolg op het "wij accordeeren in alles", misschien is het alleen dat je moe bent, net als ik, of dat het boekie je te veel in beslag neemt. Ik voelde me de vorige week zóó sterk met je verbonden, dat ik op mijn brieven uit die dagen een minder matte reactie verwacht had. Ik zeg het volstrekt niet als verwijt, ik ben altijd gelukkig met wat je schrijft, ik zou dit dus ook hebben kunnen inslikken, maar de mogelijkheid bestaat dat jìj nog zit met iets dat je niet uitgesproken hebt, daarom zeg ik het.

Over mijn body maak ik me geen muizenissen, dat moet je niet denken. Het eenige wat ik wou zeggen is dat je geen overeenkomst moet gaan zoeken tusschen jouw body en het mijne, want jij bent, stel ik me voor, oersterk en ik ben het niet. (Een meid is bij me in de kamer komen stofzuigen, een afgrijselijk geluid, en een neger is de ramen aan 't lappen.)

(Vervolg)

Ik zie dat je 2den Paaschdag toch eigenlijk niet zoo mat was als het me eerst leek. Alleen die angst dat ik net zoo opofferensgezind als A. zou zijn zat erin.

Het is me onmogelijk, merk ik wel, om je vandaag te schrijven. Wij hebben een vreeselijke ellende met Engeljan beleefd vanochtend en ik zou je graag alles vertellen, maar dan zou ik den middag voor me moeten hebben en H.E. kan ieder oogenblik komen. Ik ben er doodaf van.

– Op dit moment werden er een aantal brieven gebracht die ernstig protesteerden tegen mijn afbreken van die Matth. P. Ik geloof, zoolang H.E. er niet is, dat ik me daar nog gemakkelijker mee bezig kan houden. Ik ben dermate trillende van binnen dat ik wel bij je op schoot zou kunnen kruipen, maar anders ook niet.

½ 10 's avonds

H.E. is net weg. Ik vind niet dat we erg veel opgeschoten zijn vandaag. Was dat wel het geval, dan had ik daar tenminste voldoening over, nu spijt het me nog meer dat ik je heelemaal niet heb kunnen schrijven vandaag. Voor J. was ons gezwam over de brieven en de geschriften een heel geschikte afleiding. Zij zat aan de zelfde tafel partijen van het Te Deum te plakken en beraadslaagde zoo'n beetje mee. De sfeer is dus gelukkig weer wat opgelucht.

Morgen vanaf het eind van den middag hoop ik vrij te zijn, dan hoop ik op een rustige causette met mijn Matthijs-chéri.

Dors bien, alle mogelijke liefs

van je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA