MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460331 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 31 maart – 1 april 1946

31 Maart '46

Lieve Matthijs, het verbranden van Mensch en Cie in de kachel doet me denken aan wat jij met Sanders wilde ondernemen: ik had het laatst alleen over het publiek, maar een nòg grootere moeilijkheid is de copy, dacht je ook niet? Dit tweede nummer van Mensch en Cie. is bij het eerste vergeleken nog een sterke achteruitgang; er zìjn geen menschen die wat behoorlijks mee te deelen hebben op muziekgebied.

Het concert vanmiddag, waar Peter speelde, is niet bevredigend geweest. In een verrukkelijk concert van Mozart [in] G K.V. 453 deed Schuurman niets anders dan "begeleiden", ook in de solo-gedeelten voor orkest, met het gevolg dat als de piano begeleidde (gebroken accoorden of zoo) er heelemaal niets aan de hand was, je viel dan in een gat. Peter speelde het Andante prachtig, maar de stemming sloeg niet over op het publiek omdat het orkest, vooral ook in de finale, zoo ontzettend mat bleef. Het Capriccio van Strawinsky lukte maar ternauwernood, je hoorde noten, maar je kreeg geen beeld. Peter is ontzettend gedeprimeerd. We hebben met een paar menschen in de stad gegeten en daarna is hij weer gaan studeeren voor zijn recital Dinsdag. Ik moest het stukkie schrijven, wat me ik weet niet hoe lang gekost heeft.

Maandag

Hierna kwam hij binnen en hebben we over Greet gepraat. Dat [lees: Ik] had me dat wel eenigszins voorgenomen, maar had stellig het idee dat er niet van komen zou wegens zijn ondoordringbaarheid. Nu was J. gisterenavond naar Utrecht en Peter zei dat hij na het studeeren eigenlijk niet dadelijk naar bed moest gaan, want dat hij dan niet slaapt. Toen zag ik plotseling mijn kans schoon en zei: vermoeit het je niet vreeselijk, die spanning van Greet? En wat bleek toen? Dat hij het niet wist, het niet gemerkt had! Terwijl ièdereen letterlijk over Greet's liefde voor hem spreekt, heeft hij het niet gemerkt! Nú heb ik hem een ontzettend probleem op zijn hals geschoven, waarvan ik nooit heb kunnen droomen dat het niet allang voor hem bestond. Hij sprak van het concert van Dinsdag afzeggen, hij was er vreeselijk van geschokt; dat is nu voor mij vervelend, dat ik het hem nog moeilijker gemaakt heb, terwijl hij toch al altijd zoo lijdt onder alles eigenlijk. God geve dat het ten opzichte van Greet goed is geweest dat ik het gedaan heb.

Het is pas 8 uur – vóór ik aan het huishouden ga, wou ik toch eindelijk weer eens met je bavardeeren. Het wordt weer een prachtige dag. Ik ben blij dat je me aan '21 herinnerde: wat was dat ongestoord – heerlijk altijd dat mooie licht op Pappie's kamertje. Dien zomer zaten we in Schoorl in een piepklein huisje. Er waren den heelen tijd vriendinnetjes te logeeren, waarmee wij 's ochtends gingen tennissen en 's middags naar zee. Moeder beantwoordde haar condoleantie-brieven en deed het huishouden (Koosje was zenuwziek). En 's avonds gingen we allemaal samen naar zee den zonsondergang bekijken. Dat was altijd even prachtig en sindsdien heb ik nooit meer zulke mooie zonsondergangen gezien. Van Schoorl stamt mijn vroomheid. Heb ik je dat wel eens verteld? Ja, toen ik vertelde van Salzburg, van dien Oostenrijkschen priester die in Schoorl was. "De Les van Diepenbrock" kan heel mooi worden. De "Korte notitie" denk ik ook dat wat erg gecomprimeerd, zelfs misschien onbegrijpelijk zou worden. Maar ik kan dat uit de verte niet bekijken, we zouden "vannacht een paar uren hebben moeten delibereeren"!

Moeilijk te beantwoorden vind ik de vraag of ik het "gewild", "vurig gewenscht" heb om je je gemis niet meer te doen voelen. Vanzelfsprekend hoopte ik dat je verdriet over zou gaan en dat je je geluk over onze liefde zou terugvinden, maar ik heb nooit het gevoel dat ik daar actief iets aan doe, zooals je me dat schijnt toe te dichten. Ik heb altijd het gevoel van een buitengewone gelijkmatigheid bij mij en van een ongelijkmatigheid bij jou, waar ik geen schuld aan heb en waar jij geen schuld aan hebt. Aan de downs hebben wij beide, voor zoover we bewust daarbij betrokken zijn, geen schuld, maar ook niet aan de ups. Ik stel het nu ongenuanceerd, maar mijn bedoeling is te zeggen dat ik er niets aan doè, er niets aan gedaan heb om je weer gelukkig te krijgen; dat komt vanzelf weer. Spijt je dit? Ik kan het niet anders voelen.

Hoe ik denk over de sensueele aantrekking vraag je nog. Heb ik dat niet al eens gezegd? Ik ben er blij mee en een beetje bang voor. Als onze liefde een platonische had kunnen zijn, was ik ook gelukkig geweest; maar ik heb nooit geloofd in platonische liefde, ik heb nooit begrepen hoe S. Francesco en S. Chiara dat deden, zij moeten het allereerste begin verschrikkelijk in de hand gehad hebben en nooit anders dan over de hoogste dingen gesproken hebben. Ik geloof niet in de platonische liefde (wel in vriendschap, maar je moet dan op den duur toch geducht oppassen, en eigenlijk geloof ik er dus niet in) en wat mij betreft – ik zei je dat al eens meer – vind ik het niet zoo'n mysterie dat naast de geestelijke liefde zich ook de verliefdheid ontwikkelt, zelfs op zoo grooten afstand, want de geest zoekt zich immers volgens jouw eigen opvatting, te incorporeeren. De geestelijke verstrengeling wekt het verlangen naar de lichamelijke verstrengeling. Het is niet mogelijk dat door het geestelijk één-willen-zijn niet een beeld ontstaat van lichamelijke verbondenheid. Daarom zei ik je al dat ik je best in levenden lijve kan tegenvallen, omdat deze verliefdheid geen realiteit is, maar een voortvloeisel, een noodzakelijk en heel mooi voortvloeisel uit onze geestelijke verbondenheid. Nu het zoo is dat je liefde niet platonisch is, nu ik verwend ben met de uitingen van je aardsche liefde, nu zou ik het erg missen als het b.v. plotseling zou kunnen ophouden. Ga dus maar plezierig door met me allemaal lieve en mooie dingen te zeggen! De post zal wel gauw komen, maar ik krijg waarschijnlijk niets van jou wegens die 1½ dag-snelheid van den laatsten brief. Hier is mijn morgenzoentje, ik ga nu de plichten van den dag met je beginnen na dit babbeluurtje – da-ag, je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA