MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460320 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 20-21 maart 1946

Louveciennes

20 Maart 1946

's avonds

Reine de mon cœur, gentille Théa,

dat ex abrupto trek ik dus in. Het toont aan dat ik me niet nauwkeurig genoeg rekenschap heb gegeven van de situatie. Ik zou er niet op doorgaan als dat kleine prélude van Wirtshaus, me niet den heelen tijd in 't hoofd zong. En ondertusschen doet het me toch ook echt genoegen dat je de rest van mijn beschouwingen, waardoor ik je mijn bewondering motiveerde, niet afwimpelt. Daaruit zou kunnen blijken dat wij de muziek lezen en verstaan op dezelfde wijze, als twee die zijn ingewijd in 't zelfde geheim. Heb je er veel onder je vrienden die je gelijke eischen stellen en die begrijpen wat je doet? Ik niet. Geen twee. Ja niet één. Gedurende mijn gansche leven heb ik drie, hoogstens vier pianisten gehoord die ik in staat acht dat voorspelletje zóó te intoneeren als het Schubert kwam aangezweefd; en of de overigen mijn bedoeling zouden vatten weet ik niet, en ik heb er dus geen kwaad van te zeggen; maar hun spel was aldus dat, al hadden zij mij gesnapt en toegestemd, zij er op de toetsen niets van zouden hebben kunnen realiseeren. En dit is geen kwestie van techniek – en toch ook wèl weer van techniek, want zulke evocaties der perspectieven en van het reliëf in den klank kunnen onbewust en bewust geschieden. Het zijn dus niet de eminentsten onder de pianisten die er besef van hebben hoe het kan en hoe het moet – het zijn de zeldzaamsten. Ik verheug me bijzonder over deze harmonie tusschen ons, want de ervaring heeft me geleerd dat ze uiterst exceptionneel is, en al speel ik zelf piano gelijk de koe van sint juttemis op 't ijs danst, ik verzeker je dat ik drommelsch goed weet hoe het moet en hoe het kan. Ik hoop nu, na deze tirade, dat je lief genoeg bent om die harmonie boven twijfel te stellen, en niet van de hand (even een zoen op je hand) te wijzen.

Viel het je reeds op, Reine de mes jours et de mes nuits, dat goede muziek zich eigenlijk van slechte muziek hierdoor onderscheidt dat je in goede muziek met vreugde, met dankbaarheid, met liefde, met verrukking, ja zelfs met een gevoel van bevrijding, iets van je zelf kunt leggen, geheimzinnige, edele, altijd edele bijvoeging, welke in de slechte muziek tot de absolute onmogelijkheden behoort? Hoe beter muziek is des te meer vraagt zij naar die hemelsche gave, die aalmoes van jezelf; en hoe slechter muziek is, des te sterker verzet ze zich tegen het geschenk dat je haar zoudt willen doen van jezelf. Zij is verbazend nederig de goede muziek; je mag haar geven; en zij is verbazend erkentelijk: hoe meer je haar geeft, hoe meer je van haar terugkrijgt. Er zijn natuurlijk een menigte menschen die nimmer merken dat goede muziek bij hen bedelt om iets, maar dat komt wijl zij niets te geven hebben, hetzij dat ze arm, hetzij dat ze vrekkig zijn. Doch deze gebrekkigheid maakt van mijn stelling geen paradox. Het feit blijft een feit: Enkel de goede muziek vraagt je die vonk, die vlam, die brand, welke niet in het noten-schrift kan worden gefigureerd, en je voelt, je weet dat zij het je vraagt; zij zegt 't je dat ze niet zonder je kan, en hoe beter, hoe mooier zij is, des te duidelijker zegt ze je dat zij je hulp noodig heeft. En de heele kunst van componeeren, de heele "schoonheid" is eigenlijk om aan een ander te zeggen, te kunnen, te mogen zeggen dat je wacht op die gave waardoor de noten zullen leven. Bewonderenswaardige uitwisseling van deugd, van het heilige vuur. Als de goede muziek 't niet vroeg zou je 't niet kunnen geven. Als je 't niet geeft is er geen goede muziek.

Hoe raak ik verzeild in deze meditatie? Is 't gewauwel? Is 't mystiek? A la grâce de Dieu et de toi, reine des adorées, gentille Théa. Wat ik je nog verzoeken wou: Ik zou wel gaarne inlichtingen van je krijgen, en liefst uitvoerig, over het stuk voor twee piano's van Schönberg, dat jullie dezer dagen spelen zult. Als het tenminste uit zijn laatsten tijd is. Strawinsky en Schönberg hebben beiden gestaan voor hetzelfde probleem: het uitvinden van een type moderne, hedendaagsche, toekomstige melodie. Strawinsky heeft er zich van afgemaakt met een jantje van Leiden en doekjes voor 't bloeden. Ik ben zeer nieuwsgierig hoe en of Schönberg de oplossing heeft aangepakt van een probleem dat capitaal is voor dezen tijd. Alban Berg en Von Webern hebben ze ook niet gevonden. (Is 't waar dat Von Webern vermoord werd door een S.S.-familie-lid??) Ik ken niets van den Schönberg der laatste tien jaren. Met een definitie zul je me een dienst en een genoegen doen, en meteen zal ik je denk-apparaat zien functionneeren!

Vanavond heb ik tot acht uur met open raam gezeten. Een ware weldaad, want ik heb nog slechts voor twintig dagen zuinig te stoken! In harmonie. En nu mijn gebed. Want 't is middernacht, en ik moet naar mijn inbreekster: Veni creator spiritus; donne-moi l'amour et que je ne fasse rien, que je ne pense rien contre l'amour ni sans l'amour. Eén zoen, liefste. Et dors bien, ma Théa.

21 Maart; Donderdag

Zijn jullie niet een tikje geënsorcelleerd door dien fabuleuzen jongleur en trouvère Bernac?? Ik schep er een zeker genoeglijk vermaak in je meegesleept te zien tot verrukking, tot lyriek, door een louter materieele perfectie van techniek en van conceptie, representatie der schoonheid. Ik erken dat hij in zijn soort weergaloos is en misschien onovertrefbaar. Doch herinner jij je Messchaert? Dat was óók sensueel. Maar dit sensueele (sensorieele) domineerde niet. Dit stoffelijke, corporeele, viscerale was aanwezig als een noodzakelijk, onmisbaar element, doch het ageerde slechts op 't tweede plan (men merkte het pas bij analyse, want men màg het niet merken) en als ondergeschikte factor was het volmaakt geëquilibreerd met die andere beweegkracht van hoogere orde, welke van ergens anders ontspruit, niet van de zintuigen maar van het ziel-tuig. Bernac is een type die, alleen reeds door zijn wijze van zingen, de dubbele natuur van den mensch negeert, desavoueert. Hij zingt zooals Debussy volgens sommige commentaren muziek maakte "d'avant le péché". Hij loochent, logenstraft "den zondeval", waarover jij 't zoo graag hebt! En theoretisch zou hij wel iemand moeten zijn volgens mijn wenschen, doch niet volgens de jouwe! Bij mij kruipt het bloed blijkbaar waar het niet gaan kan. Bij jou wellicht ook? Als ik Bernac hoor, ontbreekt me het uitzicht naar die immaterieele wereld en ik voel, hoe tevreden ook over mijn aarde, dat ik dien horizon en zijne verten niet ontberen kan; hun gemis maakt mij armoedig. Maar als jij Bernac hoort herken je en hervindt je, met een zóó groote voldoening dat zij spiritueel wordt, den toover van het leven en van de aarde gelijk ik ze theoretisch droom en wil! Nos extrêmes se touchent. Misschien leer ik 't praktisch aanvaarden en realiseeren van dien toover nog wel van jou, door jou, met jou. Zeer gaarne zal ik je stukkie lezen over Bernac. Stuur het me! Ik wil mijn Thea óók eens zien in lyrisch proza. Inderdaad, dat is het moeilijke: te zeggen hoe opgetogen je bent wanneer iets je verheugt door zijn pracht. Ik zit sinds zes maanden met die moeilijkheid: te zeggen hoe mijn liefde voor jou mij beweegt.

Vanochtend ontving ik je lieve, onwaardeerbare brieven van Zondag tot Dinsdag. Merci. Voor je goedheid. Voor je lippen die je mij reikt. Ik ben nog een beetje afgemat. Maar het gaat voorbij. Ik ben al in 't stadium dat ik 't zelf niet meer begrijp en me erover verwonder. Iets wat ik me graag zou willen kunnen uitleggen: Hoe is 't mogelijk dat een gedachte, en in dit geval een drogbeeld (en waarvan ik de onredelijkheid wist) in het organisme werken kan als een zuiver physiek instrument, waartegen je geen macht hebt, als een kwade koorts b.v., als een dolk, als een vergif. Dit is me een raadsel. Of het erger was dan in December? Ja. Hoeveel keeren erger? Ik weet 't niet. Misschien tien, misschien twintigmaal. Al ben ik echter een beetje getraind, ik ben blij 't er heelhuidsch te hebben afgebracht. Vreemd. Maar wat moet je in "je binnenste" wel van me denken? Que je suis pas un homme de tout repos?! Verontrust je daarover niet. Zelfs de katten die mij vervelen en ergeren bij 't eten hebben geen ongeduldig gebaar bespeurd, en ik heb geluisterd naar het devote gezwam mijner dochter met een effen gezicht. Wat me 't meest hindert tijdens zulke tormenten is dat ik je schrijven moet, niet huichelen wil en dus niet zwijgen kan. Maar als ik je één minuut gezien, gesproken, gevoeld had zooals je bent in je brieven, dan zou er niets gebeurd zijn in me.

Vanochtend ook de twee pakjes van je met meel, tuinboonen, het onbekende bruine lekkere soepje en de margarine. Wat je noemt een blik smeersel om op het brood te doen arriveerde nog niet. Zei ik je niet dat 't Zweedsche brood goed aankwam? Dadelijk eten wij je spinazie. Ik hoop niets te vergeten. Veel dank, mijn liefste. Het idee dat ik door je besta is een opbeuring voor me. Waar men zijn troost moet zoeken!

Tot vanavond, Thea. Ik zal aan de lippen denken die je reikt aan

je Matthijs.

En dernière heure:

Ma Capitaine, je prends les lèvres que tu me tends,

que tu me donnes,

je les embrasse, je les baise et les rebaise

farouchement.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA