MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460110 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 10-11 januari 1946

Louveciennes

10 Jan. 46. 's avonds

Liefste,

Het is voor mij verbazend moeilijk om over dat probleem van J. en de vrouw van Engelj. met voldoende inzicht te spreken omdat ik geen enkel nauwkeurig gegeven heb over de drie krachten – verdiensten welke hier onderling in functie zijn. Je thesis: de vrouw van Engelj. ware gestorven wanneer J. heiliger geweest was, lijkt gewaagd, maar ik geloof dat zij exact is en bewezen wordt door wat ik noem "de mystieke mechaniek der menschelijke verhoudingen". Ik begrijp echter, dunkt me, hoe J. je heeft kunnen tegenwerpen, "dat men niet iemands dood mag wenschen." Natuurlijk mag men dat niet. Jij echter bent niet erin geslaagd om J. duidelijk aan 't verstand te brengen dat acties, inter-acties, wisselwerkingen, die jij waarneemt, op welke jij je thesis baseert, louter machinaal geschieden, en dat de dood dezer vrouw het automatisch uitvloeisel had kunnen worden der elkaar kruisende, elkaar beïnvloedende psychische, moreele energieën, en dit zonder eenigen uitgesproken, noch mentaal gedachten wensch van J.'s kant. Zoo zou ik tenminste mij dat proces voorstellen. Zuiver psychisch bijna. Gelijk twee klanken, of twee licht-bronnen, waarvan de een de ander domineert en elimineert. Maar ik geloof niet dat men iemand de techniek daarvan kan leeren. Die kennis kan slechts ingeboren zijn. Het schijnt mij ook zeer gevaarlijk om die techniek aan iemand te onderrichten. Want menschen als jij of ik mogen zien, weten, bewonderen hoe "de dingen" gebeuren. Menschen als J. echter en Engelj. mogen haar (die techniek) niet kennen. (vrees ik) omdat J. en Engelj. van nature niet tot de hoogte kunnen stijgen (van onzelfzuchtigheid etc.) waar de actie der psychische energie zuiver-automatisch wordt en werkt zonder eenige ingrijping van bewust of onbewust menschelijk willen. Het is een techniek welke slechts toegepast kan worden in volmaakt heldere situaties. Om b.v. een "belooning" te ontvangen verbeeld ik me dat J. radicaal met Engelj. had moeten breken. En als J. geschikt was om jouw zienswijze te begrijpen en te volgen dan zou zij dien breuk met Engelj. reedsuit eigen beweging gekozen hebben. Want in deze techniek gaan ook de oorzaken van het gevolg, van het verlangde doel, automatisch. Ik wil zeggen: die oorzaken komen van binnen-uit, op bevel eener innerlijke stem. Men bezigt die techniek omdat (en wanneer) men reeds geheel conform is aan die techniek. Ware J. rijp geweest voor je zienswijze dan had zij nooit behoeven te denken: "je mag iemands dood niet wenschen" – omdat zij dan niets meer gewenscht zou hebben. Maar de honderdvoudig vermeerderde kracht welke zij dan had ingezet zou gewerkt hebben door zichzelf, autonoom, automatisch. Die psychische energie functionneert precies als een soort van Godsoordeel. J. kan zich dit waarschijnlijk nog niet concipieeren. Jouw zienswijze eischt van haar een heroïsme dat boven haar macht ligt en waarvoor zij terugschrikt. Het merkwaardigste echter dier techniek lijkt me, dat zij, heroïsch schijnende, geen heroïsme vordert. Men beoefent haar vanzelf. Wijl men niet anders kan. Zij kost geen moeite. De moeiten zelf welke zij oplegt zijn geen moeiten. Ik vraag me dikwijls sinds ik een werkelijken, eenvoudigen "held" aan den arbeid heb gezien (Josquin): "Is er eigenlijk wel iets prijsbaars in den waren held?" Van het standpunt der gewone menschen: ja. Doch van zijn eigen standpunt: neen, niets. Wat hij doet, hij doet 't van nature. Maar overdrijf ik hier niet een beetje? Kost het waarlijkgeen moeite? Zijn er geen minuten van inzinking waar men zich overheen moet worstelen? Zijn deze, zulke minuten misschien alleen kostbaar, prijsbaar, omdat men de proef levert? Alles op dit gebied is mysterieus, ontzagwekkend. Men deinst ervoor terug om de toedracht-der-zaken te analyseeren. Het is alsof men een geheim schendt. Want wat kunnen de menschen erbij winnen door te weten dat een held eigenlijk geen held is, doch een heel gewoon, normaal verschijnsel!… En niettemin een uitverkorene.

Ik duizel ervan. Het werd laat. Ik zou deze regels tienmaal willen over-denken, herschrijven. Men kan zulke onderwerpen niet beïmproviseeren. Ik ben bang dat ik je niet veel wijzer maak. Welk een probleem. Om te verdienen moet de niet-held zich omvormen tot held; en om te verdienen moet de held stijgen boven zichzelf. Maar hoe?... Ik omhels je, liefste, en ga slapen. Zorg voor je gezondheid: dat is voor jou waarschijnlijk stijgen boven je zelf. En slaap lekker!

11 Januari, Vrijdag.

Ik voel me lang niet tevreden, niet gerust over mijn elucubratie van gisteravond. Wij vermoeden een mechanisme der psychische energie; soms kunnen wij 't constateeren, experimenteeren. Maar wij bezitten geen enkele vaste, betrouwbare notie omtrent haar wetten en werking. Maar zelfs deze bewering nog is misschien "uit de lucht gegrepen". Wellicht weten wij alles. Het is echter ongehoord lastig om daarover te redeneeren alsof men reeds conclusies kan trekken, princiepen kan vaststellen. Onze intuïtie weet, doch ons verstand tast zoodra het wil formuleeren en toepassen. Sinds wanneer houdt jij je bezig met gedachten over deze dingen? Om je mijn persoonlijke ervaringen in dit domein te vertellen zou ik tientallen bladzijden noodig hebben. Het meeste ervan heb ik genoteerd in mijn dagboek dat ik je"vroeg of laat" toch wel zal moeten laten lezen – – – als blijk van vertrouwen – – – want tegen die lectuur van je zie ik nog op. Ik ken je misschien nog niet genoeg… Af en toe denk ik: Speelt Thea verstoppertje met me??... Dat is voor jou wel instructief als waarneming en onderzoek van je sujet… Maar het neemt tijd in beslag.

Ook hierover ben ik 't met je eens: wij mogen oordeelen over alles en allen; wij mogen het strengste criterium bepalen (onszelf zoo veel als doenlijk regelend naar dat criterium). Maar we behoeven niet te veroordeelen. Dat is onze taak niet; dat gaat ons niet aan.

Ik heb nooit een uitvoering onder Charles Munch gehoord waarbij het orchest niet geweldig rammelde. Zou de reden hiervan kunnen zijn dat hij de dochter trouwde van een der rijkste kaas-fabrikanten, van het in Frankrijk vermaarde merk "La Vache qui rit"??!!

Hindemith stinkt naar zijn tijd. Mozart, Beethoven, Händel, Rameau etc. hebben den geur, den aroom, den parfum van hun tijd.

Toch wou ik je ook nog wel een woordje zeggen, sluwerd, over die "tweede puberteit" van Goethe. Jij meent dat ze veelvuldig voorkomt?? Oui,oui! bien sûr, bien sûr! Ik denk dat er ook reeds ten tijde van Goethe een menigte oude bokken waren die een groen blaadje graag lustten. Vandaar dit pittoreske spreekwoord. Maar ik heb zoo'n idee dat de venerabele, oude Goethe, die op een zwoelen, onweerigen zomerdag de twee borsten van Bettina in zijn handen nam, streelde, (ongeveer gelijk de vrijer, de man, van het Joodsche Bruidje) iets geheel anders, essentieel verschillends bedoeld heeft met die tweede puberteit. En als je 't mij vraagt dan wilde hij zeggen: Ik zag, ik zie het leven weer als toen ik twintig was; met een oneindigheid van toekomst; in de kleuren van een mooien dageraad, die altijd zal duren, die altijd zal terugkeeren omdat ik hem wenschen kan, verlangen kan, omdat ik hem wil en schep; ik zag, ik zie het leven weer in zijn immer herrijzende jeugd, in zijn immer hernieuwende bloei; en ik zag, ik zie voor nog ontelbare dagen mijzelf herboren worden met dat nieuwe licht, dien jongen gloed.

Dit is fundamenteel verschillend van hetgeen onderwezen wordt door den talmud van Freud, en van hetgeen de massa's der ongevleugelde tweevoeters op de beide half-ronden te observeeren geven.

Het was dan ook geenszins "zoomaar" dat ik reeds een paar keer onderstreepte:

de liefde is met niets te verwarren.

ik voeg erbij, opdat je het voorgoed weet (en ik zou willen dat ik je dit stevig in je hart kon prenten): voor mij ben jij met niets en niemand te verwarren; voor mij ben jij door niets en niemand te vervangen.

Geloof je me? Dit moet Artikel 1 zijn van je geloof!

Geen brief van je dezen morgen. Maar ik in jou, en jij in

je Matthijs

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA