MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451030 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 30 oktober 1945

Louveciennes

30 Oct. 1945, 's middags

Lieve Thea, altijd in me, als de morgen in den avond,

als die blauwe lucht, die witte rozen,

die wijde hemel, in den dag.

Nog steeds geabsorbeerd door mijn Heelal! Geen schrift van je, dezen ochtend, je schrift dat zoo mooi is, helder, geordend, sierlijk, zakelijk, van-zelf-loopend, glijdend, kabbelend, intelligent, positief en mysterieus, verborgen en duidelijk... als je geen haast hebt, en zelfs nog als je haast hebt.

Ik herinner me dus wat je vroeg.

Hoe ik met mijn dochter aan tafel ben? Zij is een curieus kind; de eenige der vier die eigenlijk geheel van mijn bloed is en van Anny's bloed. Als een harer, of onzer kennissen sterven gaat komt die kennis haar van te voren immer even omhelzen in een droom. Als een harer vriendinnen een kind verwacht weet zij altijd door een droom of het een jongen zal zijn of een meisje. Reeds een half dozijn keeren heeft zij mij de proef geleverd. Over den dood van een paar mijner vrienden die haar (uit Amerika) kwamen omhelzen, wacht ik nog confirmatie. Zonderling. Zij kan geen bloed zien zonder flauw te vallen! Wij hebben tegenwoordig weer drie katten. Een zwarte kater, een zwarte kat, en een kleine getijgerde, die nog zoogt. Als wij eten loopen ze heen en weer over de tafel, roovend, als ze kunnen, wat hun bevalt, of met een poot het eten graaiend van een opgeheven vork. Ondertusschen aast het kleintje naar de moeder-borst (vergist zich soms bij den kater, krijgt een mep van hem) en als het ze gevonden heeft, zuigt, spinnend als een koffie-molen. Wij eten en kletsen daarlangs heen, dan weer ernstig, dan weer lachend. Wij behandelen allerlei onderwerpen, van de verhevenste tot de meest-scabreuze!! Een waar ongeluk voor haar: zij zal nooit iemand vinden om met haar te kunnen praten als ik. Tusschen haakjes: van Anny mocht dat niet die katten en die scabreuze gesprekken! Maar ik laat alles toe. (Devies van je Moeder: Vrijheid, blijheid.) Overigens een hartje-van-goud, en door-en-door onschuldig!

Je hebt dien brief van Anny uitstekend geteekend. Zoo was ze; zij drukte haar diepste gevoelens en bedoelingen slechts uit in enkele syllaben. Josquin die pas 18 jaar was, en in 't rumoer eener kazerne, heeft er stellig overheen gelezen, of er niets van begrepen. Maar zij (alsof die brief nog eens ooit bij mij terug moest komen) noteerde met een ongewone nauwgezetheid: Dimanche-après-midi. 2 heures le 3.12.39. In ieder geval heeft zij dat moment willen fixeeren.

Toch was Josquin een zeer intuïtieve jongen. Op 11 Sept. 1944, de begrafenisdag van Anny, en toen hij onmogelijk kon weten dat Anny dood was, schreef hij mij deze briefkaart, aan het front, onder het geraas van den oorlog:

Très cher Thijs. Je viens passer quelques instants avec toi. Les souvenirs très chers qui me font partir vers toi, mes pensées mes plus affectueuses me placent en ce moment dans l'état d'âme qui était le même jadis pendant nos conversations. Que je remonte à ma prime jeunesse le soir à Bas-Prunay, lorsque je revenais de l'école, ou d'une année en arrière, quand, après avoir entendu Londres, je jouais sous tes yeux mon avenir pile ou face, la même tristesse m'envahit. Parce que ma nature mélancolique sait trop bien que jamais elle ne pourra revivre ce temps, et qu'aucune amitié, qu'aucun amour ne lui donnera jamais la même impression d'entente intérieure. Je le dis sincèrement, je n'attends pas d'une femme d'être compris comme de toi. – Enfin c'est la vie. Surtout ne pense pas qu'ingratement j'oublie ce passé et que je continue une trajectoire dans la vie avec l'idée que tu n'as été qu'un passage. J'en ai souvent donné l'impression, mais je m'en suis mordu les doigts. J'ai besoin de toi, ne serait-ce que de ton âme. Je t'aime encore comme lorsque j'étais enfant et que la seule idée de ta mort me plongeait dans une grande tristesse. Il fallait que je t'écrive cela, même si une trop grande sentimentalité s'en dégage.

– Je viens d'entendre deux disques et c'est peut-être ça qui a mis mon âme dans le besoin de dire ce qu'elle éprouve. C'était un extrait de l'Oratorio de Noël de Bach Réjouis-toi Sion, et l'air de la cloche des agonisants de la Cantate No 54. C'est magnifique de Foi confiante, ça chante tellement sincèrement que j'en suis encore plein de joie.

Aujourd'hui – je te dirai plus tard – grand jour. Au revoir à bientôt. Je t'embrasse bien fort. Josquin.

Vin je dat niet een waar meesterstukje van telepathie, van innerlijke communicatie door de lucht-ruimte en door alle geraas heen? Als hij op dat oogenblik bewust geweten had dat ik bezig was Anny te begraven had hij me nièt in juister en treffender bewoordingen kunnen schrijven. En geen enkele verkeerde toon, of verkeerd accent. Te merkwaardiger is dat nog omdat in onzen omgang het parool altijd geweest was: Pas de sentiment! Hij werd geboren op Allerzielen. De vroedvrouw was ik, want de dokter had zich verlaat. En toen ik hem op de wereld geholpen had en naast Anny legde wist ik reeds welke banden ons bonden en dat hij mijn lieveling was.

Morgen de rest. Met dezelfden mystischen driehoek als gisteren

tendrement

je Matthijs

Voor de duidelijkheid: op een avond van Januari 1944 hadden wij samen met een oud stuiverstuk uit de tijd van Louis XVI kruis of munt gespeeld, of hij het wagen zou naar Afrika uit te wijken of niet. Het antwoord klonk ja.

In Bas-Prunay, een plaatsje te midden der velden, had ik vroeger een houten huisje waar ik werkte.

Dat innerlijke licht, dat zacht-stralend geluk noemde Anny in dien zelfden brief aan Josquin: mon beau secret.

Elle ne m'a pas appauvri. Je le connais, je le sais maintenant, son beau secret, depuis un an.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA