MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451012 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 12 oktober 1945

Louveciennes

12 oct. 1945

Lieve Thea, mijn goede fee tusschen de gouden, ruischenden bladeren van het bosch (ik maak weer lange wandelingen. De boomen beginnen te laaien als gele, roode fakkels tegen het blauw der lucht. Ik wandel met jou. Heel prettig. Soms, dikwijls, alsof ik wandel met God-zelf. Echt-waar. Zonder dat iemand het merkt. Het is reeds geluk. Reeds een toppunt. Kun je dit onvergelijkbare je voorstellen? Geef ik je iets, een beetje, van dezen aard? Welk een voorrecht: het te geven, het te krijgen. Werd van ochtend wakker met het verlangen je dit te zeggen, en het formuleeren hiervan in de schemering was reeds geluk.)

Lieve Thea dus,

Zou je me bij gelegenheid willen vertellen wanneer dat "gevoel van een zekere fataliteit" bij je is opgekomen? In welken vorm? In welke kleur? Welken smaak? Etc.

Zou je me eveneens willen vertellen welke je motieven waren (de diepste natuurlijk) waarom je op den coup de foudre van je Weenschen vriend indertijd niet bent "ingegaan" gelijk je zegt?

Zoo juist de brief van 6-8 Oct. Ik wachtte hem al toen ik wakker werd; gisteren al. Een "tusschentijdsche brief"! Toen ik het carton voelde dacht ik: zij heeft mijn wensch der laatste dagen gevoeld. Maar 't was een foto van Anny. Je moet dit als een vraag beschouwen. Ik kan echter ook zonder, desnoods, als je niet wilt.

Neen, ik weet niet wat dat Oostenrijksche Bussi, Bussi beduidt. Naar de klank te oordeelen moet het iets spelends zijn, iets stoeiends, iets vroolijks, iets aangenaams, maar nog niet heelemaal serieus. Vertaal het me den eerst-volgenden keer.

Neen, Anny heeft je haar failliet nooit "kwalijk genomen". Zij wenschte niets in het leven dan mijn heil; en zoo eenvoudig, zoo kinderlijk, zoo vertrouwend, zoo onzelfzuchtig, zoo hardnekkig. Zij placht te zeggen: Wij zullen dat later begrijpen. Zij geloofde aan de reïncarnatie. Ik niet, toen. Sinds bijna een jaar geloof ik eraan. Je zult lachen: ik kan je de reïncarnatie "mathematisch", dialectisch, feitelijk bewijzen. Dat kon Anny niet. Ook Pythagoras kon het niet; en geen enkel der boeken die daarover handelen. Ik heb dat bewijs gevonden onder de bommen. Maar ik houd niet erg van theologische discussies. Het schijnt evenwel dat de reïncarnatie aanpasbaar is bij het katholieke dogma, zooals verscheidene andere ketterijen. Mijn voornaamste hinderpaal: de Erfzonde. Ik kan dat niet accepteeren, evenmin als het hedendaagsche "existentialisme".

Voor mijn gevoel heb ik Le Balcon geheel in het Verleden geïntoneerd. Behalve de laatste strofe, als een kreet naar het Toekomende: "Ces serments, ces parfums, ces baisers infinis Renaîtront-ils d'un gouffre interdit à nos sondes,... ? Ook Baudelaire (en ik toen) stelde zich de reïncarnatie als onbeantwoordbare maar verlangenswarme vraag.

In haar zucht tot beminnelijkheid en hulpvaardigheid jegens de menschen had Anny geregeld dezelfde ontgoochelingen als jij. Ik heb haar altijd gezegd: wanneer je de menschen goed wilt doen, à la bonne heure, doch dan moet je niets, niets voor jezelf verwachten. L'immense majorité des gens is nog niet rijp voor goedheid. Waar zouden zij dat geleerd hebben? De duizend heiligen en mystici die wij tellen zijn in dit opzicht nooit praktische lui geweest.

Juist omdat ik rationalistisch ben zou ik eeuwig op het wonder kunnen wachten. Verkeeren wij niet te midden van ontelbare wonderen? Jij, "actief en rationalistisch" je doet zelf het wonder, je bent het wonder.

Ik betaal hier op 't oogenblik 800 francs huur per maand. Na den vrede zal dat 1000 of 1100 worden. Het mooist zou zijn, een zolder te hebben in Amsterdam en dit huis te kunnen aanhouden. Als Roland het bewoont zou ik er altijd twee kamers behouden: werk-kamer en slaap-kamer. Beste, brave jongen: hij meldt mij van morgen dat hij 10 à 12 stères hout voor mij vond. Ik had nog niets te stoken voor dezen winter!

Mijn dochter vertrekt niet naar Portugal; het is de schoonmoeder die meegaat. Zij wil nu Claris worden, mais attend "que le bon Dieu l'appelle". Elle est incroyablement fine. Depuis ta première lettre "dangereuse" elle flaire et elle sait ce qui est en train de se passer entre nous! A chaque lettre de toi elle a un sourire tout à fait spécial, significatif, et charmant. Avec un peu de mélancolie qui veut dire: je voudrais tellement en recevoir aussi, des lettres!

Tot hem, wien ik bid, zeg ik elken dag: Tu m'as bien conduit jusqu'ici, tu me conduiras bien où je dois aller.

Nog nimmer heb ik zoo in je gevibreerd als van ochtend bij het ontwaken, en bij het aanraken van je brief. Ik las hem alsof je op mij zat. Welk een mysterie. Merci.

Met huid en haar, met hart en ziel

je Matthijs

Aangespoord door dat carton van je voeg ik hierbij vier! foto's van me; een met 'n grapje er op van Anny. Niet uit "ijdelheid". Dieu m'en garde! Tot kennismaking. Ze zijn reeds vier jaar oud en ik heb geen recentere. Ze zijn gemaakt door Donald, die toen een rage had om te fotografeeren en absoluut wou dat ik "poseerde"! Ik heb altijd gedaan wat mijn kinderen wilden! (Ik "lijk" nog; een beetje minder mager.)

Mijn troebel en getourmenteerdheid is voorbij, schijnt het.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA