MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19430208 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 8 februari 1943

8 Febr. 1943

Beste Mijnheer Vermeulen, Wat eenig dat u allebei aan mijn naamdag1 gedacht hebt − Anny memoreerde de blauwe druifjes – en dat u zoo mooi bij tijds feliciteerde. Wat wonderlijk dat roosje in uw tuin! Het is hier ook geen echt winterweer, maar van viooltjes of sneeuwklokjes is toch nog geen sprake. Een fuchsia op mijn kamer, die anders in Juli bloeit, heeft nu een knop, na tot in Dec. doorgebloeid te hebben. Ook wel een bewijs van een zachten winter. Op mijn naamdag was het hondenweer: storm en regen; 's ochtends konden we er gewoon niet door om naar het graf te gaan, 's middags werd het beter. − Ik ben blij dat u het Adagio tot uw voldoening voltooid hebt. Wat nu? Van Bloy had ik Le mendiant ingrat gelezen, zal er nog eens wat meer van lezen. Intusschen heb ik L'assommoir gelezen; ik kende niets van Zola, vond dit wel geweldig goed geschreven. − Dezer dagen zal ik weer een chèque sturen en maar niet wanhopen of hij ooit aankomt!

uwe Thea

briefkaart

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. Op 6 februari wordt de heilige Dorothea herdacht.