MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19390503 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 3 mei 1939

3 Mei 1939

Zeer Geachte Mijnheer Vermeulen,

Na vanmiddag uw brief ontvangen te hebben, heb ik de fouten verbeterd in het stuk, er een ander, op minder laag peil staand begin aan gegeven, het Nap. 6 acc. door verm. 7 acc. vervangen en bij de passage over de naoorlogsche mentaliteit een opmerking ingelascht dat uw opvatting daaromtrent zich niet met de mijne dekte en erbij gezet hoe verfoeilijk u deze mentaliteit vindt. Ik hoop zoo naar uw wenschen gehandeld te hebben.

Voor de Tijd heb ik ook nog een artikel geschreven, waar ik u niet mee behoef lastig te vallen, omdat het nagenoeg den zelfden inhoud heeft als het andere, alleen achterstevoren opgedischt.

Dat wat ik schreef u teleurgesteld heeft, meen ik te lezen in uw brief. Ik verwachtte eigenlijk niet anders, want ik geloof dat dat haast onvermijdelijk is, ook zelfs wanneer geroutineerde interviewers aan het schrijven slaan − hoeveel te meer dan bij een absolute beginneling als ik ben, terwijl ik bovendien, toen ik bij u was, geen oogenblik dacht dat ik een artikel zou schrijven. Maar al verwachtte ik het, het spijt me daarom natuurlijk niet minder dat ik het niet meer naar uw zin heb kunnen maken.

Een moeilijkheid was dat sommige onderwerpen die wij behandelden eigenlijk ongeschikt zijn voor een krant, te moeilijk n.l. En andere vervielen omdat zij in dit verband van geen belang waren, ik bedoel uw vragen over uitvoering en uitgaven van het werk van mijn vader b.v. En wat u mij toevertrouwde, dat u in twijfel bent of u goed gedaan hebt met na de 3de Symphonie uit te scheiden met het maken van groote werken − dat leek me te intiem. Zoo moest ik enkele andere onderwerpen wat meer uitwerken en deed dat blijkbaar te veel vanuit mijn eigen gezichtshoek.

Zoo ziet u dat een mensch altijd zoekt naar verklaringen, d.i. vergoelijkingen van zijn tekortkomingen! De Carmelitessen zullen veel moeten bidden, willen ze dat allemaal goed maken.

Met vriendelijke groeten,

uw Thea Diepenbrock

De liederen die vroeger bij Noske zijn uitgekomen, hebt u misschien? Ik kan u wel vast de liederen sturen, die bij het A.D.-Fonds zijn verschenen, als u wilt, en nog wachten met de grootere werken, omdat die natuurlijk zoo'n plaats in uw kast innemen?

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA