Richard Roland Holst
aan
Matthijs Vermeulen
Zundert, 21 augustus 1928
Buissche Heide
bij
Zundert N.Br.
21 Augs 28
Beste Thijs.
Welbedankt voor je twee hartelijke briefjes
Het spijt mij ook erg dat wij elkaar nooit eens zien, en in zoovele jaren al niet. Het zou "deugd doen "(zeggen ze hier) om eens rustig en lang over dingen die ons lief zijn te praten.
Ik tracht met mijn werk zoo op te schieten, dat ik, voordat wij naar Holland terug gaan, nog een paar dagen vrij maak om naar Chartres te gaan. Lukt dat, dan hoop ik dat je een dag daar kunt komen.
Daar zijn weinig plaatsen op de wereld waar ik mij over een samentreffen met jou zoo zou verheugen.
Ik wist niet dat Jany in Parijs was, zeker op weg naar Normandië, hij zag er na zijn laatste ziekte erg goed uit. Wanneer ik denk dat je alleen door hem zoo'n beetje ingelicht wordt over mij, dan vrees ik wel dat deze inlichtingen zeker onvolledig en vermoedelijk een beetje verwrongen zullen zijn, want ondanks een vasten ondergrond van hartelijkheid, zijn wij den kijk op elkaar wat kwijt.
Het feit dat ik mij min of meer, althans gedeeltelijk als een trait-d'union voel tusschen jou en de Gids, maakt, dat ik het redacteurschap niet als een al te schimmige zaak beschouw.
De zomer blijft prachtig, zooals wij er in jaren geen hebben gehad.
Hartelijk allen gegroet
je toegen.
R.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA