J. Reichenfeld
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 26 maart 1967
Amsterdam 26 maart 1967
Zeer geachte heer Vermeulen
De dag van de première van uw Zevende symfonie in zicht, besef ik met grote spijt dat ik er helaas geen getuige van zal zijn, in verband van onze aanstaande vacantiereis naar Israël. Een reis die al in het najaar is geboekt met alle excursies incluis, zodat het niet kan worden uitgesteld.
Vandaar dit krabbeltje: om u veel succes te wensen met uw jongste werk. In de hoop dat u inmiddels van uw ziekte hersteld zult zijn, teken ik met de meeste hoogachting en de hartelijke groeten, ook voor Thea,
uw
J. Reichenfeld.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA