Matthijs Vermeulen
aan
Eduard Reeser
Laren, 21 maart 1959
Laren (N.H.)
Drift 45
21 maart 1959
Beste H.E.
Zolang ik kan terugzien naar de dagen waarin mijn Zesde Symphonie ontstond, zal jouw beeld verbonden blijven met die wonderlijke periode van mijn leven, toen jij zoveel vergemakkelijkt hebt om voor mij de muziek opnieuw te laten beginnen.
Menigmaal aan je denkende, leek het mij dat het je misschien plezier zou doen om op je verjaardag tegelijk met onze hartelijkste gelukwensen een exemplaar te ontvangen van de kleine partituur, die onlangs uitkwam bij Donemus.
Beschouwd als fotocopie is de symphonie uitstekend geslaagd, dunkt me, en dat zal je bevallen. Van de noten zelf hoop ik het beste. Wanneer de bedoeling verwezenlijkt is vormen zij één lofzang, in alle graden en schakeringen, op het goede en op het mooie dat ik ontmoet heb. Jij bent ook daarbij, en het verheugt mij je dit te kunnen zeggen met een gevoel van dankbaarheid, dat gelijk is aan een muzikale ontroering. Ik weet zeker dat ik hiermee ook de intieme gedachte uitspreek van Thea.
je toegenegen
Matthijs.
brief en concept
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA