Matthijs Vermeulen
aan
Stephaan Couwenberg
Laren, ± 20 februari 1963
Waarde Bob,
Je weet, en ik weet, wat de intentie voor onze bezigheden waard is en hoe het juist daarop aankomt, al bestaat er dan een fnuikend spreekwoord, waarschijnlijk uitgevonden door een der duivels van het beruchte legioen, die de mensen zelfs hun goede intenties niet gunden. En wij weten hoe een excuus nog plezier doet wanneer men iemand gemist heeft, hoeveel groter het andere genoegen ook geweest ware! Deze twee redenen leggen weer een nieuwe knoop in de banden der vriendschap, als ik zo mag zeggen, want zelfs knoop kreeg sinds enkele tijden een verdachte zin.
Onze hartelijke dank dus voor je vriendelijke blijk van medeleven. Het was een opwekkende en bemoedigende avond. Heerlijke gewaarworden [lees: gewaarwording]: de zes executanten, allen van de jonge generatie, voelden zich met mij thuis, en ik mij met hen. Alles ging vanzelf; moeiteloos en met echt enthousiasme. Dat is een onwaardeerbare beloning voor een halve eeuw wachten.
Beste groeten van vrouw, dochter, en
Matthijs.
concept
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA