Matthijs Vermeulen
aan
R. van den Bergh
Amsterdam, 23 april 1956
23 April 56
Hooggeachte Heer Van den Bergh,
Met grote dankbaarheid vernam ik1 dat U mij de vrijheid verleent Uw hulp in te roepen bij ernstige moeilijkheden.
Dit ogenblik is thans gekomen.
De aannemer die ons huis opkocht en wil slopen, heeft heden morgen aan mijn vrouw verklaard dat wij in de eerste dagen van Mei op straat zullen worden gezet.
Hij heeft alle mogelijke voorstellen tot een redelijke schikking afgewezen, en zegt dat wij rechtloos zijn.
Ik hoop op Uw sympathie en op Uw steun te mogen rekenen om te verhinderen wat een schandaal zou worden. Want er valt ons niets te verwijten.
Bij voorbaat betuig ik U onze diepe erkentelijkheid en hoogachting,
MV
(M.C.F. v.d. M)
concept
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA