Matthijs Vermeulen
aan
Eduard van Beinum
Amsterdam, 24 februari 1956
Amsterdam
Herengracht 330
24 Febr 1956
Vrijdagmorgen
Beste Eed,
Even je zeggen, in de siberische kou, dat het Andante van de Jupiter subliem was qua klank en expressie. Ook de Finale. Twee toppunten tussen tientallen merveilleuse ervaringen van die avond.
Ik vlas op het Clarinet-concert, geschreven tussen het Requiem door. Een van zijn allermooiste dingen.
Altijd innerlijke verrukking.
Ken je zijn laatste brief aan Da Ponte? Daar staat dit zinnetje "En toch, wat is het leven mooi geweest..."
Ik hoop na niet al te lange pauze nog eens een expres van je te krijgen. Tegenwoordig ben ik alle uren van de dag vrij behalve de morgens van Zaterdags, Zondags en Maandags. Mijn dochter is autonoom geworden op de fiets, op de schaats, in de tram en te voet. Ik noem ze juffrouw fara da se.
In de wolken, met een hartelijke poot,
je trouwe
Matthijs.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA