MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460706 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 6 juli 1946

Louveciennes 6 Juli 1946

Zaterdagmorgen 8½ u.

Op ons perronnetje; wolken, nattig, koel, frisch.

Mijn naderende, mijn beloofde Thea,

Uit huis te gaan zonder den bode afgewacht te hebben mijner koningin, spijt, verdriet mij geweldig, want het is reeds de tweede dag dat ik je viatiek moet missen. Maar zoo ben ik ten minste voortdurend met je bezig, wat ik anders ook wel ben, doch nu effectiever, meer moeite vergend. En zoo ben ik ook onophoudelijk bij je verjaardag, bij de herdenking van dat uur in den tijd waarop mijn beminde geboren werd.

Je ziet, ik ben erg verstrooid dezen ochtend. Niet omdat 't te vroeg is. Maar omdat men op een afschuwelijke wijze rondom me loopt te fluiten!! (In den trein) Ik geloof dat muziek, hoe dan ook gemaakt, het eenige is waarvan ik mij niet kan abstraheeren. Jij bent ook in dit opzicht knapper dan ik. Het lijkt me twijfelachtig dat ik je zou kunnen schrijven tijdens een concert. Er komt nog bij dat ik met mijn binnenste reeds lang op 't Office des Changes ben, waarvan ik mijn gedachten niet kan lostrekken. Ik probeer 't trouwens niet, want dan had ik dubbel werk. Toch ben ik vanaf ik wakker werd reeds met je doende en ik verorberde mijn ontbijt in zulke innerlijke intimiteit met je dat 't me zelf verwonderde toen ik het voelde. Maar dat voelen van je is weer heelemaal verstrengeld met dat denken aan 't Office des Changes! Mijn binnenste heeft zich met een frenetieke passie geworpen op de snelle verkrijging der visa die ik daar halen moet, en is daar niet van af te brengen. – De lucht klaart op. Er komt zon. We zijn bijna in Parijs. Een zoen, mijn liefste, mijn Thea.

In 't bureau van het Office

Op het perron van St Lazare ontmoet ik onzen Curé. Ik vroeg hem of de papieren verzonden waren. Hij zei me geschreven te hebben aan je Kapelaan dat je afgekondigd kunt worden. Zoodra je hier bent verwacht hij je op de pastorie waar je 't zelfde verhoor moet ondergaan als ik.

Het ziet er vervaarlijk slecht uit voor je bonbons. Na ½ uur in de rij gestaan te hebben vraagt een beambte me: Avez-vous déjà exporté? Antwoord: Non, Monsieur, c'est la première fois de ma vie." "Dan moet u per brief een verlof vragen op het Ministerie van Handel!!" – Hoe lang duurt dat? – 4 à 5 dagen! – Is er niets aan te doen? Ik geef allerlei uitleg. Men stuurt mij na veel pleiten naar bureau 206 waar ik te wachten zit op een beschikking!

In den trein 11½ uur.

Ça m'a réussi. Je kunt zeggen wat je wilt, maar dat doet me plezier. De eerste meneer aan wie ik mijn verhaal deed dat 't een cadeau gold pour une jeune fille antwoordde me een paar keer: Mais qui m'oblige à croire que vous me dites la vérité? Ik begon mijn verhaal opnieuw bij den tweeden meneer. Op 't kapitale punt gekomen vraagt hij me Qui est cette jeune fille? Ik antwoord hem zonder verder nadenken C'est ma fiancée, monsieur. Dat gaf op staanden voet den doorslag, en twee minuten later had ik mijn papieren geviseerd met stempels en signaturen! Bij Air-France verzekerde men mij dat het vandaag nog arriveert. Het is niet mogelijk geweest om hier de inkomende rechten te betalen. Daarvoor is weer een speciale vergunning vereischt. Quelle formidable bureaucratie! Op de douane-verklaring heb ik het verzoek geschreven om je met spoed te verwittigen zoodra de zending is aangekomen.

Waarom schrijf ik je eigenlijk al die bijzonderheden? Ik denk omdat het interieure evenementen voor mij zijn. Ze hebben mij gepassionneerd. Maar dat is niet juist uitgedrukt: het zijn niet die handelingen welke mij passionneerden. Het is mijn binnenste dat deze handelingen gepassionneerd wilde. Zoo worden het momenten van bijzondere kleur. Wat ik je nog zeggen wou: ik concludeer per slot dat je je nooit moet resigneeren, zelfs niet wanneer het reglement van een bureaucraat je den uitweg schijnt af te snijden; niet resigneeren, niet renonceeren.

's middags

Nog geen brief van je bij mijn thuiskomst.

Dat verhindert me niet je in me te hebben, in je te zijn, en mij met Thea gelukkig te weten. Ik verlang vurig je komst. En ik verlang je komst met liefde, geloof en hoop.

Mijn dochter, die ik nog niet gezien had, omdat zij naar de kerk was voor den eersten Zondag der maand, vertelt me bij het middag-eten ce qui suit:

Tiens, il faut que je te raconte. Ce matin, en sortant de l'église je vois qu'il y a des noms affichés sur le tableau des mariages. Qui donc va se marier, me dis-je, il faut que je regarde ça. C'était toi et Théa! Il t'a nommé Mathieu, et encore avec un seul t!

Dus notre brave curé Besle heeft er geen gras over laten groeien! Hij had me dat vanochtend wel kunnen mededeelen! Het doet hem zonder twijfel genoegen de civiele autoriteiten vooruit te zijn. Wij blijven geafficheerd tot 28 Juli. Over enkele dagen, cœur de mon cœur, kun je 't zelf gaan lezen!

Zou deze brief bij je aankomen op je verjaardag?

Ik wensch je, liefste, dat onze liefde altijd duurt en altijd vermeerdert. Ik wensch je dat ik, je Matthijs, Thea, ma fée Merveille waardig moge zijn. Ik wensch je, liefste, dat wij samen goed doen wat wij samen te doen krijgen.

5 uur.

Niets te verwachten tot Maandag!

Maar ik ben ìn je; jij bent ìn me.

Zo juist zie ik onze eenarmige postbode voorbijloopen. Je briefje van 3 Juli. De Hemel zij dank.

Ik besluit toch maar om dit mee te geven met de lichting van 6 uur.

Niet te gelooven! En toch wààr!

Ik hoop dat 10 Juli, ma Félicité, een echt gezellige dag voor je is.

Je begint de tweede helft van je leven, zooals die schrijfster van Vlieland prophetisch zegt.

Ik ga met je mee. Wij gaan samen.

Thea, ik klem je aan mijn hart, met mijn armen om je rug, en zoo stevig, zoo lang dat je nauwlijks nog zeggen kunt laat me los!

Thea, ik zoen je. Overal.

Thea, je bent de innerlijke zon

van je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA