Matthijs Vermeulen
aan
Thea en Joanna Diepenbrock
Louveciennes, 7 juni 1943
Louveciennes (S et O)
2 Rue de l'Etang
7 juni 1943
Beste Joanna, Beste Thea,
Vanmorgen, met een lucht vol zon, de eerste keer sinds weken, wil mij het feest van Joanna niet uit de gedachten en die dag van vuur en licht in den triomf van den zomer, en Sint Jan de voorloper, en de stem die riep in de woestijn. Als ik kon zou ik jullie een paar van de glimwormen sturen die wij sinds een poosje in den tuin hebben en die me met hun blauw-groen schijnsel doen denken aan het firmament. Het zijn echte glimwormen die hun lantaarn niet dooven wanneer men ze stoort. Ik geloof dat ze schaarsch zijn in Holland. Ik zou ze verpakken tusschen wat gras en koolblaadjes om ze de reis te laten maken in een vliegtuig met alle moderne comfort. Het zou me een ontzaglijk genoegen doen als ik zoo een beetje kon bijdragen tot den glans welke voor jullie, hoop ik, en voor Joanna in ’t bijzonder, moet afstralen over den jaar-kring die aanvangt met deze zomer-wende. Jammer dat ik de daad niet voegen kan bij het woord. Want het is werkelijk niet genoeg om iets gewenscht en gewild te hebben; de verwezenlijking is alles. Het enige wat ik kan is denken aan jullie elken Juni-avond dat die vreemde wezens hun lichtjes doen gloeien en alle heil voor jullie te verlangen waarin een dankbaar gemoed zich vanzelf uitspreekt.
Met veel liefs van allen en van mij
Uw toegenegen
Matthijs Vermeulen
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA