Matthijs Vermeulen
aan
Adriaan Roland Holst
Laren, 22 januari 1960
Laren (N.H.)
Drift 45
22 jan. 1960
Beste Jany,
Alvorens aan 't werk te gaan, wil ik me even losmaken van wat ik je graag nog gezegd had, gisteravond. Wij zijn na de laatste woorden weggelopen om niet in het kakelende gedrang te raken.
C'était envoûtant, incantatoire, en 't spijt me de zoveelste keer dat het hollands voor zulke ondervindingen geen aannemelijke uitdrukking heeft. De plaat klinkt prachtig. Niet te betalen met een millioen. Wonderbaarlijk zoals je stem aansluit bij de gekozen Debussy. Henkemans speelde mooier dan ik hem ooit hoorde. Alsof de muziek letterlijk ontstond onder zijn vingers. Een opperst beminnelijke droom die vanzelf komt, wordt, verdwijnt. Maar vraag hem eens hoe dat stuk heet. Wij herkenden het geen van beiden, Thea noch ik. Aldoor moest ik denken, waar heeft hij (Debussy) dat in 's hemels naam vandaan gehaald, zo direct uit het diepste, verrukkendste geheim? Vreemd, die analogie tussen het donkere licht van deze warende sonoriteiten en jouw stem. Ik ben blij nu je melos te kennen en je intonaties. Blij dat het tijdelijke hier zó levend bestendigd werd. Ik heb ook weer het tonifiërende ervaren van je Poets Extract, met niets vergelijkbaar, tenzij met de liefde.
Merci. Broederlijke hand van je
Matthijs.
Verblijfplaats: Den Haag, Literatuurmuseum