MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460318 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 18-19 maart 1946

Louveciennes

18 Maart 1946; 's avonds

Ma Théa, ma compagne,

omdat ik daarstraks mijn hoofd en mijn hart ergens anders had kwam 't niet in mij op je te vragen, voor 't geval je wenscht dat ik een herdenkings-artikel schrijf over Diepenbrock, en voor 't geval je vindt dat mijn stukkie, ondanks Sanders en ondanks mijn pas uitgesproken antipathie voor 2/3 der redactie van Mensch en Melodie, niettemin kan afstaan aan dit tijdschrift (hé, hé, wat een lintwurm-phrase!) om je te vragen dus of je me dan meteen 'n idee, 'n thema, 'n gezichtspunt zoudt willen aanduiden welke jou op 't oogenblik het meest geschikt lijkt ter behandeling. Want ten eerste zie ik er voor 't moment geen enkel, en ten tweede als ik er een zelf zoek zou 't best kunnen dat mijn thema minder goed aansluit bij actueele wendingen waarvan ik de richting nog niet ken. Geenszins om me a priori aan te passen; neen, zoo noodig om tegen den wind op te zeilen; maar vooral om geen overtollig werk te doen, en geen "kruit te verschieten" voor niets. Het is zoo lang geleden dat ik schreef voor een Hollandsch muziekblad, en uit de verte zou ik me kunnen vergissen in wat 't nuttigst is. Geef me zoo mogelijk drie of vier gezichtspunten dan heb ik direct een kijk. Van zijn medewerkers die Paap me opsomt is alleen de rasperige Dr J.C. Hol me vierkant terugstootend; doch in zijn gezelschap verkeerd te hebben zal me niet verhinderen, hoop ik, om hem later, mocht hij daartoe aanleiding geven, een beetje af te schrobben. Terwijl ik wandelde scheen 't mij opeens wel goed om bij zoo'n manifestatie niet te ontbreken, al was 't alleen maar om onmiddellijk de continuïteit eener gedachte ter kennis te brengen en den draad der traditie te hervatten. Dus de beslissing laat ik over aan jou, maar ik vraag je het onderwerp.

Een lekker onbekend soepje van Thea gegeten dat anoniem in een blauw zakje zat; het was bruin en kostelijk doch we konden 't niet thuis brengen. Wat is 't? De katten vlogen erop aan nog ongekookt. Ieder een bord. Verder de helft van een gerookte haring en een stuk brood. Is dat veel? is 't weinig? Ik weet 't zelf niet meer. Hoewel de sneeuw verdween heerscht hier nog bijna totaal gebrek. Men zou zweren dat 't georganiseerd is. Overigens een dag van ontwaking onder een azuren hemel. De eerste vlinders gezien, de citroen-gele. Ik herinnerde me plotseling dat ik je, een paar jaar terug, schreef over het extatische in de kleur der primula's onder het scherende licht der dalende zon. Ik had niemand om dit te vertellen toen. En nu ook niet!

Ik heb ook even Le Balcon doorgekeken in verband met je nieuwsgierigheid naar een tonaal centrum, "kleinigheid" die tot dusvrre aan mijn onderzoek ontsnapte. Ik had er nog niet aan gedacht. Maar 't schijnt me buiten kijf dat de e (zonder relatie overigens met een gamma) als grondtoon fungeert, met uitwijkingen naar verwante soorten. Bijna klassiek! Het voorspel is een soort van bezinnend preludeeren waarin die toon reeds schuilt, waarvan hij de oplossing is. Wat me opviel: dat chromatisch heen en weer zweven der tusschenstemmen van de rechterhand moet wel lastig zijn om zangerig, welluidend te nuanceeren, te calibreeren? Het moet overal zeer harmonisch klinken; de vervlietende paarlemoeren tinten van den avond; en tegelijk vibreerend van geconcentreerde passie. Moeilijk te binden die twee uitersten? Voor mij heeft die golving der tusschenstemmen iets Couperin-achtigs. Speel jij wel eens Couperin le Grand? Ik heb hier de 4 bundels zijner Pièces de Clavecin in de uitgave van Louis Diémer. Bijna allen zijn als edelsteenen en ze worden nooit gespeeld. Ik vind François Couperin in menig opzicht interessanter dan Bach. Veel geraffineerder en zelfs muzikaler. Meer creatieve, minder schoolsche geest. Om ze goed te vertolken dunkt me, moet je een wáárlijk superieure techniek hebben, en ik concludeer daaruit dat, om een superieure techniek te verkrijgen, de dagelijksche studie van Couperin tot de plichten behoort van den volmaakten pianist! Wat je misschien wel erg eigenwijs, verwaand van me noemen zult om me daarover een opinie aan te matigen. En inderdaad heb ik er voor geen snars verstand van. Maar het schijnt me zoo. Het zou me ook plezier doen als ik een open deur insloeg, d.i. als Couperin sinds lang tot je lieveling-auteurs telde. Voor iemand als jij, zeer intelligent, zeer sensitief, en met een "zwakke gezondheid", lijkt me dit ideale muziek: moeilijk en niet vermoeiend! Ik heb van die 4 bundels nooit iets gehoord dan de paar parade-stukjes van Wanda Landowska. Ik zou ze wel eens willen hooren. En gaarne je meening hierover. Als je 't niet met me eens bent ce sera kif-kif bourricot, c'est à dire le même prix. Vrijheid, blijheid!

Nog even roddelen en wauwelen. Die Fred. Goldbeck (Chrysostome! Bouche d'or!) is inderdaad directeur van Contrepoints. Hoe heeft zoo'n nul het klaargespeeld om een cijfer te worden? Yvonne Lefébure zit eveneens in de redactie en heeft er een niet slecht maar tamelijk blauwkouserig-noodeloos artikel over Fauré en Dukas. (Ik houd niet erg van hun pianomuziek; embryonisch; ongewerveld; en jij?) Weet je dat Bouche d'or sinds ongeveer twaalf jaren de "futur" is van Yvonne? Waarom ze niet trouwen heeft men mij nog niet verteld. Familiegeheim, sans doute. Die Chrysostome was onlangs in Den Haag waar hij dat zaakje bekonkeld heeft met den Fritsloozen Schuurman. Bij zijn terugkomst heeft hij zich voor de Radio laten interviewen door Roland Manuel. Een beste kerel Roland Manuel, hij betuigde me altijd sympathie en als ik ooit gespeeld word schrijft hij vast een goed stukkie. Maar intellectueel leeft hij nog altijd omstreeks het jaar 1910, gelijk zijn heele generatie (die de mijne is!) kan daar niet van afkomen, als van een ondeugd, en heeft daarmee ook weer de jongeren besmet. Want heb je wel gemerkt dat we aesthetisch gesproken nog immer vertoeven in 't jaar 1910? De zuivere waarheid. Niets nieuws sinds dien tijd. Niets veranderd in de drooge hersens en de dorre gemoederen. Ongelooflijk. Een beetje leven (twee wereld-oorlogen) voor niets. Op dien avond voor de Radio had onze Goldbeck het reeds over Pijper als le chef incontesté de l'école hollandaise. Onder alle vroegere omstandigheden zou ik daar volmaakt lak aan gehad hebben doch dien avond, ik moet 't bekennen, voelde ik iets als een paard dat men de sporen geeft en ik dacht: incontesté n'est pas incontestable. Ter eere van Goudmond worde vermeld dat hij ook Diepenbrock vernoemd heeft, doch enkel terloops, om Pijper niet als uit de lucht gevallen of uit de heup van Jupiter geboren voor te stellen. Je ziet: de radio is soms onontbeerlijk om wat te leeren, zelfs al ergert ze je. En wat is eigenlijk jouw intieme gedachte over Bernac? En toute objectivité, vin je niet dat hij danig begint te lijken (weliswaar en natuurlijk op een ietwat hooger niveau; dat moest er nog bijkomen!) op hetgeen men in 't Café Concert en in de gramophoon een chanteur de charme noemt? Een beetje veel monochordisch koekoek-één-zang? een tikje verschrikkelijk salonnier? Als ik me vergis ce sera kif kif bourricot en dan heb ik niets gezegd en neem ik alles terug en houd 't voor mijzelf! Maar het verbaast mij dat men in Amsterdam queue voor hem moet maken gelijk hier voor een pond knollen, een halven kilo wortelen en voor de bioscoop. En hoe kwam jij waarachtig in die queue? Dat je hem interviewt, en sappig, (dat is hij) à la bonne heure. Maar is hij ook reeds zulk een onderboven-mensch dat hij jou geen plaats kan bezorgen aan zijn festijnen zonder dat je daarvoor in de kou behoeft te staan? Cela, je ne le lui pardonnerai jamais. Ook al zou hij duizend-en-een excuses hebben.

Et maintenant, ma chatte, que nous avons fini notre causette, je te souhaite une bonne nuit, avec un million de petits en grands baisers par-ci par-là pour ma Théa.

19 Maart Dinsdag

Vanochtend je pakje met de heerlijke "Analac". Goed dat je 't in een zak gewikkeld hadt. Dank zij daaraan is 't zonder verlies overgekomen. Merci de tout cœur. Stuur géén wortelen! On en a jusque là! Vandaag eten we je tuinboonen.

Eveneens je dierbare brieven van Donderdag tot Zaterdag. Une vraie consolation. Je t'aime infiniment.

Ik weet wel dat ik onredelijk ben. Maar 't gaat als 't ware vulcanisch. Je moet 't maar beschouwen als een ziekte. Niets tegen te doen. Mijn Hij reageert zoo, avec une violence inouie. Tout se passe comme chez les grands auteurs!! C'est intéressant à contrôler. C'est effroyable aussi. Vergeef me, als ik pijn heb, dat ik zeg: "doe me dat niet". Vergeef me ook, als ik pijn heb, dat ik zeg: "Wat zal Thea me nog doen?" Het spreekt vanzelf dat je juist redeneert. "C'est la fatalité!" Maar als je altijd zóó moet redeneeren kun je me nog heel wat doen!! Met de beste, onweerlegbare argumenten. Doch laten we er niet meer over zeuren. Het gaat voorbij. Ik mag blij zijn dat ik je in mijn gevangenis nog schrijven kan en lezen kan.

Met de grootste aandacht heb ik het briefje "gevolgd" van Riha. Inderdaad het is minder grauw dan het vorige. Zelfs het handschrift, als ik me goed herinner, is optimistischer, monterder. Hij was in een opgewektere stemming toen hij dat schreef. Maar heeft die stemming oorzakelijk verband met "hoop op jou"? Ik geloof 't niet. In geen enkel zijner woorden bespeur ik een speciale vibratie. Zelfs het "most anxious to know" klinkt conventioneel, zonder apart accent. Het zal hem echter zonder eenigen twijfel verheugen van je te hooren dat je 't er goed hebt afgebracht. Maar het schijnt me niet en toute objectivité dat jij je hoeft te verontrusten of je hem, zooals hij nu is, verdriet zult doen, wanneer hij slechts je vriendschap krijgt. Hij schijnt me niet te rekenen met meer, op meer.

Tot straks. Tot altijd. Avec un baiser infini, – infiniment

je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA