Matthijs Vermeulen
aan
Prins Bernhard Fonds (J.H. Mulder)
Laren, 5 maart 1958
5 Maart
Zeer Geachte Heer Mulder,
Tot mijn grote spijt heeft een pijnlijke ongesteldheid in beide handen mij totnutoe belet spoediger mijn dank uit te spreken voor de gelukwensen die ik op mijn zeventigste verjaardag ontving namens U en het bestuur van het Prins Bernhard Fonds. Onder de vele blijken van hartelijk medeleven bij deze viering (welke mij zoveel te herdenken gaf) heeft Uw uiting, en de belangstelling in mijn werk waarvan zij getuigt, mij bijzonder verheugd. Daarom, hoewel ik leerde de dag niet te prijzen alvorens hij ten einde is, meen ik U met erkentelijkheid te mogen melden dat de symfonie waaraan ik sinds november 1956 arbeid in de komende lente voltooid zal zijn, en dat er enige verwachting bestaat haar dit jaar nog uitgevoerd te zien. Niets zou mij méér genoegen doen dan dat de hoop waarvan U gewaagt tot Uw volle tevredenheid in vervulling gaat.
U vriendelijk verzoekende mijn gevoelens van de warmste dankbaarheid te willen overbrengen aan het bestuur van het Prins Bernhard Fonds, blijf ik
Met de meeste Hoogachting
MV
concept