MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19590421 A. Roland Holst aan Matthijs Vermeulen

Adriaan Roland Holst

aan

Matthijs Vermeulen

Bergen, 21 april 1959

Bergen N.-H. −

21. iv. '59 –

Dinsdag –

Beste Thijs,

Wat je over het verlies, dat van Beinum's dood vuur je beteekent, in je brief schrijft, vermoedde ik al wel, en − vooral na lezing van je bewogen herdenking in "de Groene" − wilde ik je schrijven, maar uithuizigheid, en dat niet alleen, leidde tot uitstel.

Het zal wel zoo zijn, dat − nu hij er niet meer is − de eenzaamheid bij je in kwam wonen. Met dat al bleef jij in ons land een geestelijke aanwezigheid, die zich niet meer weg laat denken. Door je taal werd je dit voor óns geslacht. − Je muziek, door hetzelfde wezen bepaald, zal haar beroep op het nageslacht daarom niet vergeefs doen. − Dit besef − dat ík je waarachtig niet bij behoef te brengen − moet juist die eenzaamheid tot een je toevertrouwde rijkdom kunnen maken. − Wist je maar hoe zeer ik je dit haast met afgunst schrijf: want "het succes" van mijn werk, dat in eenzaamheid vorm kreeg, begon al wel tien jaren geleden die eenzaamheid in gevaar te brengen. Alleen, zoo nu en dan, in alle vroegte als "men" nog slaapt, bevordert die eenzaamheid mij nog wel eens tot Eersteling .... het is dus nog niet zoo onjuist, dat ik jouw naam boven dit gedicht schreef. –

− Om mij heen weet de afbraak van geen ophouden: v. Domselaer, na 3 maanden ziekenhuis weer onder eigen dak, kan op 2 stokken, voorloopig, nog van de eene kamer naar de andere, en beseft, gelukkig, niet dat hij "op de lijst staat. –

Henkemans neemt al sinds vele weken rust, en ik vraag mij af, of hij, weer bij machte, zijn tournee's nog lang aan zal kunnen. − Mijn broer (niet die in Laren) wordt als een beslagen ruit, en bemerkt dat zelf. − Het lot was v. Beinum misschien niet ongunstig –

− In Mei hoop ik eindelijk weer eens in 't Gooi te komen, en ik bel je dan tijdig op. − (Mijn telefoonnummer − z.o.z. − boven) − Veel hartelijks, ook voor Thea,

van je

Jany

[bovenaan eerste bladzijde:]

K. 2208 – 2887.