MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19580311 J.H.M.S. Kothmann-Wüst aan Matthijs Vermeulen

J.H.M.S. Kothmann-Wüst

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 11 maart 1958

Amsterdam C. 11 Maart 1958

Geachte Heer Vermeulen,

Daar ik bij informatie hoorde dat U geen telefoon hebt, ben ik genoodzaakt mij schriftelijk tot U te wenden.

Het gaat om een opinie of kritiek zooals men dat noemt over eenige werken van van Beinum, die in mijn bezit zijn.

Hij maakte die eens voor ons in de tijden dat hij bij ons woonde en [wij] de zorgen voor hem op ons namen. Mijn man had dikwijls het plan U daarover te verzoeken, maar kwam er nooit toe. Mijn man is na jarenlang ziekbed overleden en nu wilde ik gaarne weten of die muziek eenige waarde bezat om te bewaren.

Graag had ik U daar persoonlijk over gesproken, maar ik weet niet of U er een uurtje voor beschikbaar wilt stellen. Mijn man was steeds, alhoewel zelf kritikus, erg gesteld op Uw oordeel.

Zou 't mogelijk zijn dat ik een onderhoud met U kan hebben? Zoo ja, waar en wanneer?

Uw antwoord met belangstelling tegemoet ziende

Hoogachtend

J.H.M.S. Kothmann-Wüst

louter in transcriptie bewaard gebleven