MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19560405 Matthijs Vermeulen aan C.W. Ritter

Matthijs Vermeulen

aan

C.W. Ritter

Amsterdam, 5 april 1956

Amsterdam

Herengracht 330

5 April 1956

Zeer Geachte Heer Ritter,

Het doet mij genoegen (en opzichzelf is het heel eigenaardig) dat mijn artikel over Brahms U een soort van Charfreitagzauber bezorgd heeft. De woorden kwamen mij uit het hart. In het daaraan voorafgaand nummer van De Groene (17 Mrt) had ik al een gelijkgezinde ontboezeming geschreven naar aanleiding van het Dubbelconcert voor viool en violoncel, die U niet bereikt schijnt te hebben. Ik voor mij geloof dat mijn nieuwe en sterke indrukken geheel te danken zijn aan Van Beinum, aan het genie waarmee Van Beinum de instrumentale timbre's doseert. U weet waarschijnlijk dat Reger met het plan heeft rondgelopen om Brahms te herorkestreren? Zoals alle andere dirigenten (Mengelberg incluis) Brahms uitvoerden, was dat bizarre idee van Reger begrijpelijk. Van Beinum is de eerste die mij het bewijs leverde dat Brahms bedoelde goed te instrumenteren en dit inderdaad gedaan heeft. Bovendien veredelt Van Beinum op zeer merkwaardige wijze de muzikale substantie van Brahms (in vergelijking natuurlijk met andere dirigenten). Het was een voor mij totaal onbekende Brahms die ik hoorde. U zult misschien vragen: hoe kan dat? De reden is eenvoudig: Ik was zó dikwijls door de Brahms van andere dirigenten teleurgesteld, dat ik steeds vermeden heb te gaan luisteren naar de Brahms van Van Beinum, bang zijnde dat deze, voor wie ik een bewondering heb, welke ik liever intact hield, mij eveneens zou teleurstellen.

Uw melding dat mijn vrouw op een brief van U zou geantwoord hebben met een "hooghartig stilzwijgen" moet op een vergissing berusten. Het ligt geheel niet in de aard van mijn vrouw om brieven, zelfs al zouden ze te "uitvoerig" zijn, eigendunkelijk naast zich neer te leggen. Integendeel. Het gebeurt haar zeer dikwijls, hoewel zij het buitengewoon druk heeft, dat zij brieven aan mij gericht en die ik om een of andere reden (voornamelijk gebrek aan tijd of lust) laat "slingeren", namens mij beantwoordt. Dat is voor haar een gewetenskwestie (welke ik minder nauw neem) en ik durf U gerust verzekeren dat zij een schrijven van U nimmer ontving.

Ik weet niet hoe het mij verder met Brahms zal gaan (niets is mij liever dan bewonderen). Maar stellig zal ik Van Beinum's Brahms-uitvoeringen nooit meer aprioristisch vermijden.

Met vriendelijke dank voor Uw welwillendheid en met de meeste hoogachting

Matthijs Vermeulen.

Uw beschrijving van St Gilgen heeft mij zeer getroffen door de oprechte warmte van zijn ondertoon. Ik las het met grote waardering. Menend dat U het nummer van Traco niet gaarne missen zult, zend ik het U ongevraagd terug, met veel erkentelijkheid.

louter in transcriptie overgeleverd

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA