De Waarheid
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 17 augustus 1955
Amsterdam 17 augustus 1955.
Geachte Heer,
Nu de twee Conferenties van Genève, die van de Grote Vier en de aan de gang zijnde over de atoomenergie op zulk een verheugende wijze tot een belangrijke vermindering van de koude oorlog hebben geleid, zouden wij het ten zeerste op prijs stellen Uw zienswijze over de betekenis hiervan voor ons land te mogen publiceren.
Wij dachten hierbij vooral aan de volgende twee punten, die wij aan vele vooraanstaande landgenoten hebben voorgelegd:
de consequenties van de jongste internationale ontwikkeling voor de buitenlandse politiek van Nederland,
én de mogelijkheid van een betere verstandhouding tussen de Nederlanders onderling, die − hoe ook hun maatschappelijke en geestelijke opvattingen mogen zijn − de voorkeur geven aan vrede, internationale ontspanning en vriendschappelijke betrekkingen, boven koude oorlog.
Uiteraard laten wij het geheel aan U over of U ons Uw mening schriftelijk wilt toezenden, dan wel een onzer redacteuren wilt ontvangen om hem een kort onderhoud toe te staan. Wij stellen ons voor U a.s. Vrijdag, 19 Augustus, in de loop van de dag te telefoneren.
Inmiddels tekenen wij,
met de meeste hoogachting,
DE WAARHEID
Volksdagblad voor Nederland.
[handtekening onleesbaar]