Matthijs Vermeulen
aan
Bart van Kasteel
Amsterdam, 25 februari 1955
25 Febr 55
Op het vraagstuk dat U mij voorlegt in uw schrijven van 16 dez. kan niet met een onveranderlijke formule worden geantwoord. Deze onbepaalbaarheid vindt haar oorzaak in de natuur van het orgel. Het grootste orgel n.l. heeft de eigenschap van even klein te kunnen zijn als het kleinste, en tegenwoordig (sinds er electronische orgels en geluidsversterkers bestaan) is ook het omgekeerde juist. Verhouding tussen orgeldispositie en ruimteafmeting is louter een kwestie van architectuur, dunkt mij, waarbij de architect zich hoofdzakelijk (wat ten minste het klinken van het orgel betreft) heeft te bekommeren over de gunstigste voortplanting van het geluid, alias acoustiek. Meer valt er niet over te zeggen, schijnt me, doch het is mogelijk dat ik uw uitdrukking orgeldispositie verkeerd begrijp en dat andere kanten van de zaak mij daarom ontsnappen. Dan blijf ik gaarne voor verdere toelichting, als ik daar kans op zie, tot uw beschikking.
Met vriendelijke groeten
MV
concept
verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA