MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19510926 Matthijs Vermeulen aan Henriëtte Bosmans

Matthijs Vermeulen

aan

Henriëtte Bosmans

Amsterdam, 26 september 1951

Amsterdam

Herengracht 330

26 Sept. 1951

Lieve Jettie,

Toen we je verheugend briefje kregen van vorige week Dinsdag had ik je direct willen antwoorden (met het opsturen van Thea's teruggekomen episteltje dat ik hierbij doe) maar tot mijn schande kon ik niet. Ik was al gehypnotiseerd door het artikel over de opera dat ik te maken had en dan valt er niets meer te beginnen. Ik heb minstens één dag nodig om in een dwangbuis te kruipen dat me niet bevalt; twee à drie dagen moet ik daar zitten en zwoegen; nog een dag om me er weer uit te wringen, als alles goed gaat, en weer normaal te worden. Dat duurt sinds ruim veertig jaren, met kleine tussenpozen van betrekkelijke onbeklemdheid; op alle mogelijke manieren heb ik geprobeerd die dwang te domineren, maar het lukte me niet en het zal me wel nooit lukken. Dit najaar was ik er slechter aan toe dan gewoonlijk, met de grootste weerzin ben ik uit Laren teruggegaan naar de stad. En wat is Laren tegenwoordig! Een soort Amsterdam-Zuid, met een beetje ex-natuur en 't zelfde dolle lawaai en gerén. De mensen doen niets meer dan hun bocht, hun rommel onder een hoop herrie te versjouwen van rechts naar links. Je mag er niet aan denken, aan die universele waanzin, aan al die bedrijvigheid van millioenen paardekrachten rondom prulleboel die overmorgen asbelt is. Maar hoe het te vergeten? Onmogelijk. Ik heb er deze keer een soort van krachtverlies door opgedaan dat op spit lijkt zonder het te zijn. Daarom schrijf ik je nog met het papier op mijn knieën. Als je over al die gemoedswederwaardigheden en beroeringen het meest juiste lezen wilt, neem dan ter hand "Het Boek Ik" van Bert Schierbeek, dat onlangs verscheen. Zeer merkwaardig. Een belijdenis, bekentenis en belevenis van de hedendaagse mens. Ver boven "internationaal niveau". Onvertaalbaar helaas. Een unicum. Ik hoop er over te schrijven. Die klank is tenminste wat anders dan het boeddhistisch gebedsmolentje van ons muzikale repertoire, dat de volgende maand weer gaat malen. Je ziet: ik ben kwaad! Wat Schierbeek betreft: zeg het voort, overal waar je kunt. Wat ik je over mezelf onder ons vertel is enkel om een beetje op te helderen over dat zwijgen van langer dan een week na je schrift gezien te hebben dat nog gelijk bleef en getuigt van "nieuwe krachten voelend".

Wij hebben Zaterdagavond met evenveel spanning als wat ik tevredenheid noem wanneer iets naar mijn zin is, geluisterd naar je Concertstuk voor viool. In de eerste plaats heb ik bewonderd de in elk opzicht uitstekende factuur. Men hoort vandaag nog maar zelden iets, dat, zonder ergens in conformisme te vervallen, of zonder conformisme te willen ontwijken, zo volkomen gaaf en onberispelijk gerealiseerd is in klank. Deze waardering wordt niet gezegd om te verbergen dat ik de inhoud van je Concertstuk zou achten beneden de vorm. Nee. Dat is mijn gebruik niet. Maar het deed me bizonder plezier (ik weet eigenlijk niet waarom) te bemerken dat "een vrouw" de totale techniek der muziek vollediger beheerst dan de meeste mannen onzer kennissen en vrienden op de beide halfronden onzer planeet. Wat de inhoud aangaat: ik kreeg de indruk dat de muziek van dit werk bij jou zo iets geweest moet zijn als een rêve prémonitoire. Het essentiële daarvan, hoewel Noske prachtig speelde, werd niet waarneembaar. Dat lag, om het eerlijk te zeggen, aan Van Beinum. Ik zou hem wel eens goed door elkaar willen schudden. Maar het is me nog niet duidelijk hoe ik dit zou kunnen doen met profijt voor hem en voor de muziek.

Natuurlijk heeft Thea er al ontelbare malen aan gedacht om je te telefoneren. Odilia ook in haar trant. Hoe dikwijls heeft ze me gefleemd: "Gaan we naar Jettie?"! Er kwam altijd iets tussen. Die lieve Odilia zelf eist zoveel uren van aandacht zonder dat zij het weet! En 't huishouden. En mijn onbekwaamheid! Als dat telefoontje niet snel hierna komt, schrijf dan nog eens. Het is niet zeker dat van schrijven meer overblijft dan van samen praten; maar misschien toch wel!

Met het vele, met al het lieve dat wij gedrieën je toewensen,

je

Matthijs.

Verblijfplaats: Den Haag, Nederlands Muziek Instituut