F. von Eugen
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 21 juni 1947
Amsterdam, 21 Juni 1947
Zeer Geachte Heer Vermeulen,
Spoedig na ontvangst van Uw manuscript ben ik met de lezing begonnen en nu ik deze beëindigd heb, haast ik mij U een paar woorden te schrijven in afwachting van ons gesprek, dat we, naar ik hoop, nu binnenkort kunnen houden.
TOT DE BRONNEN VAN HET ZIJN heeft grote indruk op mij gemaakt en ik acht het een geluk Uw boek te mogen uitgeven. Zelfs onze drukker is door onze geestdrift aangestoken en heeft aangenomen, het spoedig op de pers te nemen, zodat het nog dit jaar kan verschijnen.
Zou het U schikken met Uw vrouw het volgende week-einde 28/29 Juni in Laren door te brengen? Gaarne hoor ik hierover van u.
Met vriendelijke groeten,
hoogachtend,
F. v. Eugen
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA