MATTHIJS VERMEULEN

F. von Eugen

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 3 mei 1947

Amsterdam, 3 Mei 1947

Zeer geachte Heer Vermeulen,

Ik zou mij te buiten moeten gaan aan grote woorden indien ik zou willen uitdrukken welk een grote vreugde U mij bereid hebt met Uw brief van 26 April.

Hoezeer ik er ook naar verlang Uw nieuwe boek te lezen, toch wil ik U niet haasten met het persklaar maken van Uw manuscript. Het is volstrekt niet nodig, dat ik U verontschuldig voor het geringe contact dat wij de laatste tijd hadden. In de eerste plaats is mijn ziekte daaraan schuld en verder had ik het gevoel, dat U geconcentreerd aan het werk was en dat het beter zou zijn U daarin niet te storen.

Wel hoop ik, dat, als U helemaal gereed bent, wij spoedig een weekend in Laren gezamenlijk zullen doorbrengen. Het liefst nadat ik gelegenheid gehad zal hebben Uw manuscript te lezen, omdat ik mij er veel van voorstel daarover met U te praten en zo mogelijk ook over Uw verdere plannen.

Inmiddels wens ik U geluk dat U in zo korte tijd gereed kwam met een werk, dat U blijkbaar al heel lang heeft bezig gehouden.

Met mijn hartelijke groet en beste wensen,

F. v. Eugen

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA