MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460706a Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 6 juli 1946

6 Juli '46

Lieve Matthijs, het spijt me geweldig dat dat zoo'n akelige tocht is geweest met die druipende fleschjes. Ik hoop maar dat je dochter toch nog wat margarine heeft kunnen redden, want daarvoor maakte ik tenslotte die pakjes. Het is een beetje de schuld van den K.L.M.-meneer. Ik hoorde hem eens een keer met iemand spreken over breekwaar en toen vroeg ik ernaar, en toen zei hij: het hoeft heelemaal niet bijzonder goed ingepakt te worden, want als er fragile op staat dan wordt er niet mee gegooid, dan gaat het van hand tot hand. Ik weet nog dat hij het woordelijk zoo zei – ik heb me daarop te veel verlaten en heb den armen Matthijs een beroerde tocht bezorgd... Ik verbeeld me altijd, al heb ik ook geen technische knobbel, wel practisch te zijn; maar het is heel plezierig als jij nog practischer bent, want het verveelt me wel altijd de meest practische te moeten zijn. Die staven heeten vruchtenstaven, ik geloof dat er dadels in zitten, ik heb ze zelf nooit gegeten.

Vervelend ook voor je dat het met de bonbons niet gelukt is. En dan die hitte en op den bodem van je ziel nog die kwestie van de biecht – ik kan me dat goed voorstellen dat het geen leuk dagje was. Een biecht pro forma denk je dus dat je doen moet? Daar is niets tegen, dat lijkt me ook.

Over je broer en zuster hoef ik niet tot een "bevinding" te komen, dat weet ik natuurlijk al lang dat we met hen maar heel weinig gemeen hebben. Het speet me alleen van Marie dat het plezier om ons trouwen, dat ze een oogenblik gehad had, niet wat langer doorgewerkt had. Om haàr.

Ik vind je bijna cynisch – zooals Jany – als je vraagt: "wat wil een man van zijn vrouw zeggen? Zij kleedt zich elegant" enz. Hoeveel duizenden mannen kunnen niet van hun vrouw zeggen: zij is lief, zij is intelligent. En ik weet ook best een hoop goede hoedanigheden die de vrouwen van haar man kunnen opnoemen. Je was een beetje aan 't doorslaan, dat is het eigenlijk meer; ik weet ook wel dat je niet cynisch bent, dat zei ik maar om een beetje te plagen. Suus zal vast je "loftuiting" in den juisten toon gelezen hebben, daar hoef je niet bang voor te zijn. Je broer zal het wel "overdreven" vinden, maar dat kan ons niet schelen. Als die vervelende Jany nu eens voor ééne keer spontaan was geweest en mij een aardig briefje geschreven had, dan had ik ook eens geprobeerd of ik 13x Matthijs in goede zinnen en prijzend en lovend had weten aan te brengen!

Nieuwsgierig naar je lichaam ben ik niet, nee, en het zou me plezieriger zijn als jij het niet naar het mijne was. Ik heb een afschuwelijke tegenzin in het voelen van een andermans huid tegen de mijne en daarom was het schriftelijke cursusje zoo nuttig, want ik moet er toch doorheen en dit was vast een oefening. Verwacht van mij alsjeblieft niet de allergeringste talenten op dit gebied.

Gisterenavond ben ik nog eens naar het huisje gegaan, want de behanger zou komen voor die mat. Maar hij is niet gekomen. Gelukkig had ik je stuk bij me en heb ik het, uitkijkende over de gracht, nog eens kunnen lezen. De eerste pagina lijkt me niet goed, Matthijs. Men betreurt thans een tijd – en die zelfde men komt nergens tegen in opstand. De eerste men, dat zijn de litteraire critici en de tweede is het publiek. Dat is niet duidelijk gezegd. Daarnà vind ik het weer heel uitstekend – die zin van de naäpers is meesterlijk –, tot het slot komt dat me niet heelemaal bevredigt omdat het te kort is. In het 3e stuk vond ik het slot, de conclusie waar het heele betoog op aanloopt, ook te kort. De uitleg waarom moreel beter is dan niet-moreel is ook niet heelemaal overtuigend, vind ik. Word je niet kwaad als ik zoo critisch ben? Dolgraag praat ik erover onder de thuya, ik vind het passioneerend over zulke dingen te praten.

Tot de verwezenlijking van je droompje

je Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA