MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460705 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 5 juli 1946

Louveciennes

5 Juli 1946

Vrijdagmorgen 9 uur, op ons perronnetje

Mijn geheime en heldere Thea,

't was gisteren te laat en 't regende te hard om nog naar de post te gaan. Ik neem een brief voor je mee naar Parijs. Een offer (!) om zoo vroeg reeds onderweg te zijn en den dagelijkschen bode van mijn soevereine te moeten missen tot ik terugben. Van morgen heb ik voor 't eerst hier iets gedaan met het bewustzijn van 't voor het laatst te doen: het gas en elektriciteit betaald. Ze komen slechts om de twee maanden met hun kwitantie en in September ben ik niet meer hier.

(In den trein) Er heeft me een zinnetje aan 't droomen gemaakt, gisteren, in dien brief uit Vlieland, en ik denk er voortdurend aan met een gevoel van iets heel liefelijks te ontdekken dat ik niet kende maar toch heel zeker in m'n binnenste vermoedde, en waar ik niet verwonderd over ben, maar dat me toch het hart in teeder vuur zet. Wou je weten wat? Deze woorden, mijn liefste: "Dus daarom was je zoo geheimzinnig ingekeerd en mooi van 't winter." Ze zijn een soort van revelatie voor me. Ik kan je niet uitleggen hoe het beeld van je, dat die woorden me geven, me roert, me verwarmt, me aantrekt, me aanbiddelijk is. Het verplaatst mijzelf heelemaal in je droom, in iets oneindig liefs, in iets gelukkigs. Het gebeurt me voor de eerste maal een bericht over je te krijgen van buiten-af en het is verrukkend voor me.

En nu ben ik met dat vervoerende aura van je in een wachtkamer der Gare St Lazare te midden van allerlei karikaturen van de mensch-als-idee, zooals ik daarjuist in den toover van je droom tusschen de auto's liep, oppassend om niet te worden overreden. (In den trein) Wat verrukt me eigenlijk zoo in die woorden? Ik zou 't niet met zekerheid kunnen zeggen. Ik geloof dat ik blij ben dat jouw droom dezelfde was, is als de mijne, te constateeren dat wij identiek zijn. Dat wist ik allang en altijd. Daar had ik geen inlichtingen voor noodig van anderen! Maar dat zij bevestigen wat ik weet maakt het wonder nog mooier, en als 't ware tastbaar.

Bij je confiseur geweest. Hij is van den eersten rang schijnt me toe. Al je wenschen zullen worden uitgevoerd voor zoover dit op 't oogenblik in Parijs mogelijk is. Ik heb een houten verpakking gevraagd. Het is wel vervelend dat ik niet zal zien met eigen oogen wat er in de dozen zit. Mais j'ai confiance. Vanmiddag moet ik terug om ze te expedieeren. Ik denk dat je ze juist op tijd zult krijgen. Daarom ben ik trouwens vanochtend op stap gegaan. Ik doe dat echt onvoorwaardelijk graag voor je. Ik zou met genoegen voor je naar 't eind der wereld loopen, als je dat plezier deed, en misschien zelfs wel met evenveel genoegen als 't je geen plezier deed, doch wanneer 't maar voor jou was. Goed beschouwd is dat verbazingwekkend. Er is geen hoogere, geen tooverkrachtiger, geen gelukkiger macht dan de Liefde. Moge jij en ik ze steeds bewaren, moge jij en ik ze steeds vermeerderen. Want wij hebben ze, liefste, jij en ik, de liefde. En al zou je me zeggen dat we ze niet hebben, of dat jij niet zeker bent ze te hebben, of dat we ze onvolmaakt hebben, dan antwoord ik je: laten wij ze samen winnen, veroveren die macht der Liefde, zoo noodig voetje voor voetje. Er bestaat niets kostbaarders in den Hemel en onder den Hemel dan dat innerlijk licht en die innerlijke gloed.

Op ons perronnetje 's middags 2½ uur

Toen ik thuis kwam, geen brief mijner soevereine. Een billetje echter van Lia dat ik hierbij voeg à titre documentaire. Zij heeft 't ongetwijfeld geschreven op dien smoor-heeten dag. Ik vind haar schrift afgrijselijk. Ik vrees dat fouten in haar karakter op den duur kwaad doen aan haar talent, wat onvermijdelijk gebeurt. Men zou zijn karakter eigenlijk niet streng genoeg kunnen overwaken. Dat zou wel 't nut kunnen worden van de psychanalyse toegepast op kunstenaars, wanneer ze tenminste zonder (aesthetiseerende) partijdigheid wordt toegepast. Dat boek over l'Aliénation poétique zal je vast interesseeren, tenzij men op dit gebied in Holland de Franschen een eind vooruit is. Zulke psychische kritiek is 100.000 x nuttiger en boeiender dan de technische critiek. Ik heb indertijd ook het psychisch probleem van Rimbaud behandeld op een manier welke Jany "definitief" noemde. Ik zou dat nog eens over moeten lezen om met Fretet te vergelijken. Mij dunkt dat die Fretet niet diep genoeg graaft.

Voor 't eten Le Balcon doorgespeeld van a tot z. Het was op mijn piano blijven staan en opeens kreeg ik er zin in. Ik heb 't gespeeld buiten de emotie om, als zakelijke controle van de klank. Het viel me niet tegen. De kleur zou kunnen vergeleken worden met een avondlucht, als de grond reeds donker is en het uitspansel nog licht, goud-paars. Daartusschen de stem. Er is juist genoeg afwisseling. De klank is ook gelukkig. Ik ben daarvan nu wel overtuigd. Maar hij moet natuurlijk met een minimum gelukkigheid geïntoneerd worden. Jammer dat ik zelf dat zoo extra-extra-kreupel speel. Als ik het je kon voorspelen zou je direct de extase merken, dat lijkt me ontwijfelbaar. Maar je hebt gelijk hierin: bij mij is de extase nooit verstild, zij blijft altijd actief; niet ongerust, niet onvoldaan; doch altijd bewegend en bewogen. Ik weet niet of er in werkelijkheid kalme, immobiele contemplatie is. Ik ken haar persoonlijk niet. Ik zou haar na mijn ondervinding der actieve contemplatie ook niet kunnen verlangen. Voor mijn fantasie gaat er niets boven dat werkend innerlijk vuur en ik kan me dat slechts werkend verbeelden.

Wij naderen Parijs. Ik ben in den trein gestapt zonder het te merken. Je vervult me vandaag geheel met je teederen, mooien gloed.

Weer in den trein

Voilà mon petit et grand trésor, ik heb je bonbons! Onder mijn oogen zelfs zag ik ze. Ik had zelfs het snuggere idee om hun netto gewicht te willen kennen, onmisbaar voor de douane. Ik overwaakte de verpakking. Ik had ze alleen nog maar de expedieeren. En dat ging vandaag niet!! Op Air-France had men mij twee formulieren voorgesteld als voldoende. Maar ik heb nog drie andere noodig, welke geviseerd moeten worden door het Office des Changes. Dit abominabele bureau echter sluit zijn kantoren te 4 uur. Wat doen die menschen de rest van den dag! Dus onmogelijk vandaag! Morgen vroeg dan maar. Ik ben erg benieuwd of je ze op tijd krijgt. Het zou wel een zegen voor me geweest zijn als je Mijne Onnoozelheid gewaarschuwd had dat ik met verrassingen moest rekenen. Als ik morgen maar geen nieuwe surprises heb, want wie garandeert me dat ik volledig ben ingelicht nu? Het gruwelijkste zou nog zijn als ze niet geëxporteerd mochten worden!

Het handschrift van Flot is goed en innemend. Maar vin je niet dat het nerf ontbreekt? Er is iets aarzelends in, iets alsof hij geen bodem onder zich heeft; trouwhartig doch wat futloos. Hij is vriendelijk om je niet te ontmoedigen, hoewel je hem bijna ertoe uitnoodigde met je "mateloos moeilijke onderneming"! De meeste mannen die van een nieuw huwelijk hooren denken of zeggen: nog 'n stel idioten! Wat moet 't moeilijk zijn voor iemand die ongelukkig trouwde om objectief te blijven! Ik zou je kwalificatie overigens wel juist vinden wanneer "mateloos" niet 'n tikje overdreven was. Zelfs een tikje erg. Want au fond is het huwelijk niet moeilijk. Het zijn de menschen die door hun systeemlooze, teugellooze bevliegingen het huwlijk moeilijk maken. En nog door verschillende andere oorzaken, maar die allen met een greintje gezond verstand te vermijden zijn. Ik ben 't dus niet bijster eens met je formule!

's avonds

Geen brief van je. Maar van Wiessing, in zijn stijl van slappe beentjes, waarmee hij me dat vriendelijk standje schopt.

Toch een rijke dag. Ik kijk erop terug als op een week en zie er het begin niet meer van. Je kluizenaar is dat niet gewoon! Ik hoop niet te veel nonsens gepotlood te hebben. Morgen het vervolg!

Nog 11 dagen. Over 10 dagen nog 1 dag! Ik zal dan 's avonds niet meer je foto twee zoentjes geven (want dat doe ik) voor ik ga slapen, zeggend Théa, aide-moi avec ton amour, maar Thea-zelf, en denkelijk meer dan twee. En ik zal je tegen mij aan klemmen, jij zult je in mijn armen laten hangen, ik zal je dragen. We moeten niet bang zijn om goede verwachtingen te hebben. Ik zal je tegemoet komen met een bonzend hart, met een beminnend hart en met een vreugdig hart. Ik zoen je et je sais bien où, Thea-lief. Kom jij ook met vreugde naar je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA