MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460609 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 9 juni 1946

Louveciennes 9 Juni 1946

Pinksteren

Mijn geduchte, mijn ontzagwekkende, mijn geheime en lieve Thea,

van ochtend ben ik wakker geworden in een groote vervaardheid. En wijl ik je alles vertel wat me door mijn hoofd gaat mag ik je ook dit niet verzwijgen. Een regel uit je brief van 1 Juni (in bed) had mijn binnenste al bezig gehouden vanaf ik hem las. Dit: "Je moet je ook kunnen voorstellen dat ik van je houd, niet alleen omdat wij bij elkaar passen, maar ook omdat je mij zoo verschrikkelijk veel geeft." Op dit laatste half-zinnetje is mijn denken aan 't broeden geslagen, achter mijn rug om bijna, zonder dat ik 't goed wist, tot ik ermee ontwaakte in zijn volle duidelijkheid. Ik zag me opeens in heel mijn armoede, in al mijn schamelheid en sjofelheid. Uit mijn diepste kwamen de vragen: Wat geef ik Thea eigenlijk? Wat kàn ik Thea geven? Vergist Thea zich niet? Moet ik Thea niet nog eens goed waarschuwen vóór ze met mij in ondertrouw gaat? Wat heb ik voor Thea, behalve die beweging van mijn hart? Ik heb niets voor Thea, niets dan tien zorgen voor vandaag, en misschien honderd voor straks. Zij is onuitputtelijk, onvergelijkbaar van goedheid, en als ik haar later zorgen berokken (ik weet niet waardoor, maar dat kan gebeuren) dan zal zij nog bewonderenswaardiger worden. Want ik weet welk een weergalooze schat Thea is. Ik vind zelfs de mannen aarts-stommerikken die Thea hebben laten voorbijgaan zonder te beseffen welk een onwaardeerbare schat zij is, en welk een geluk zij onberaden lieten voorbijgaan. Maar omdat ik weet wie Thea is, wat Thea is, mag ik daarom dat geluk grijpen? Hoe kan ik dat verdienen? Zal ik nog den tijd van jaren hebben om het te verdienen? Zelfs al heb ik nog den tijd, waarméé kan ik het dan verdienen? Wat kan ik stellen tegenover de onmetelijke liefheid waartoe zij in staat is? Want dat alles weet ik. Mag ik daar zoo maar van profiteeren, omdat ik dit weet? Ik zal haar niets kunnen teruggeven dan het gevoel dat ik voor haar heb, het verlangen dat ik naar haar heb, ik zal niets kunnen doen dan, zooals zij zegt, haar met liefde aankijken. Is dat genoeg? En misschien doe ik dat wel niet eens goed. Misschien kan ik Thea wel heelemaal niets teruggeven dan wat geschreven woorden? Wie zal 't zeggen? Mag ik haar dat laten riskeeren? Wat zou Thea eraan hebben of ik "verschrikkelijk" van háár houd wanneer zij niet van mij zou kunnen houden?

Ik had je graag naast me gehad bij al die vervaarlijke vragen, dat begrijp je. Ik kon je echter niet roepen want ik was te beducht en ik vond mezelf in alle opzichten veel te onverdienstelijk voor je. Maar langzaamaan kwam je vanzelf en lag je naast me. En zoo vreemd is het hart, dat me dit te droomen, te zien, opeens weer heel gewoon leek. Mijn beknelling en bekommerdheid was allengs overgegaan in vertrouwen en teederheid. Ik mijmerde, en 't werd werkelijkheid: Wanneer zullen we zoo hier samen bij elkaar liggen, de gezichten naar elkander toe? Nergens zullen we een plaats vinden waar we zoo gezellig samen kunnen praten. Ik zal dat natuurlijk reeds verlangen op den avond van 12 juli, onnoodig om het te verbergen, het te ontveinzen, ik verlang dat sinds maanden en maanden al. Thea zal moe zijn, dat spreekt. Maar Thea zal niet direct willen slapen, of niet kunnen slapen, evenmin als ik, en waar zouden we lekkerder en rustiger zijn om samen oog in oog te wauwelen? We zullen een zwaard tusschen ons leggen als in den middeleeuwschen Tristan! Ik zou de hand van Thea vasthouden en er af en toe een zoen op geven, en op den arm. Ook op de lippen? Dat is gevaarlijker. Daarvoor zou ik een wenk moeten raden bij Thea. Ik zou dat laten afhangen van Thea. Het zal op 12 Juli bijna volle maan zijn, die recht op de kamer schijnt. Hangen er wolken en is 't donker dan nemen we een kleine lamp, want ik wil je zien terwijl we praten. Krijg je lust om te slapen dat stuur je me weg, of je houdt me bij je, dat kan ik niet gissen, het zou wel aardig zijn om je te zien inslapen, maar dat kun je misschien niet, en je moet rusten. Maar zou Thea dit alles óok zoo wenschen? Wat verlangt Thea? Hoe heeft Thea zich dezen na-avond voorgesteld? Hoe zou ze dat willen? Zeg maar hoe je het hebben wilt! Vin-je dat tè intiem voor den eersten dag? Of niet intiem genoeg?? Wij weten "al een heele bende" van elkaar, maar dàt weet ik nog niet. Het zou leuk zijn wanneer je me zegde hoe jij je dat droomt want je zult daarover toch ook al wel eens gefantaseerd hebben, niet? Al overleggen we deze uren redelijk (c'est une façon de parler!) van te voren, er is altijd ruimte voor allerlei variaties.

Deze ootmoedige en stoutmoedige Matthijs zijn beiden oprecht en eerlijk. Terwijl ik zoo ongemerkt van den eenen in den anderen verzeilde (het was zes uur ongeveer) ruischte de regen over den weg en het bosch, zooals bijna elken dag sinds vier weken. Het beramen van deze plannetjes bracht me in een stille verrukking met je. Maar alle rozen verregenen in den knop. Ik heb echter een grooten struik van bijna drie meter doorsnede die ik wou dat je zag. Het zijn kleine roosjes, licht-goud getint als ze in den ochtend ontluiken en later op den dag helder wit met een gouden hartje. Hij heeft duizenden knoppen die allen zullen bloeien.

In den morgen ben ik begonnen aan mijn eerste artikel voor de Groene onder den titel Parijsche auspiciën. Ik wou een soort cultuur-historische beschouwing maken over de laatste 25 jaar, en ben van wal gestoken naar aanleiding van Dubuffet. Daarna moet de litteratuur volgen, de muziek en wat ik nog ontdekken kan. Het begin was een beetje lastig en plaagde me al een paar dagen, doch nu ik eenmaal onderweg ben hoop ik dat 't vlotten zal en dat elk artikel me niet meer vergt dan twee morgens iedere week. Er moet echter toon en rythme in zijn, en het moet er verzorgd uitzien, dat kost tijd. Ik werk misschien nog als je hier bent! Wat zeg je daarvan?

Mijn dochter komt juist thuis. Zij is vanmiddag naar St Germain geweest, op uitnoodiging van haar parrain l'abbé Rémy, die haar na vespers spreken wou. Zij hebben gezamenlijk de situatie overwogen. Hij oordeelt dat mijn dochter wel degelijk de religieuse roeping heeft en vindt 't overbodig dat zij eerst een proef-tijd maakt in 't klooster van St Germain. Zij vertrekt dus regelrecht naar het moederhuis der Augustinen te Angers en treedt onmiddellijk in noviciaat. Haar afreis is in princiep vastgesteld op 26 Juli, doch die datum kan eenigszins vervroegd worden daar hij te midden van de vacantie valt en men niet op een dag na kan zeggen wanneer men een biljet zal krijgen. Dus zij is nog hier wanneer je komt (hetgeen je meer dan half voorzien hebt!) en deze kwestie heeft zich zonder onze tusschenkomst geregeld. Ik hoop dat 't niet tegen je zin is. Aan de beraamde of nog te smeden plannetjes behoeft 't niets te veranderen. Mijn dochter begrijpt alles en keurt alles goed. Toen ik haar vorigen Zondag sprak over haar hier-zijn of niet-zijn voegde zij me lachend toe: c'est quand-même dommage que je ne suis pas là; ç'aurait été intéressant de faire des études psychologiques avec vous deux!!

's avonds

toen ze me zei que Théa doit avoir l'esprit bien jeune of être jeune d'esprit (hoe was 't ook weer?!) bedoelde zij natuurlijk lenig. Zij moet dat hebben afgeleid uit het ensemble der gesprekken welke wij over je voeren en wat ik haar van je vertel, want sinds October zijn er niet veel dagen verloopen zonder dat we over je praten. Je brieven intrigeeren haar verbazend en ik geloof als ze Hollandsch verstond dat ze moeite zou hebben om er niet in te snuffelen. In haar binnenste denkt zij geroepen te zijn voor de mystiek. De "auteur" die ze 't meest gelezen heeft is Angèle de Foligno in de vertaling van Ernest Hello, die ze cadeau gevraagd had aan mijn moeder. Ik ben zeer nieuwsgierig hoe zij zich bij de Augustinen ontwikkelen zal (mijn licht gaat uit; dat is sinds lang niet gebeurd, en ik had 't er juist bij 't eten over met mijn dochter; maar ik heb nog twee kaarsjes van je waarbij ik nu schrijf) want ze is in spiritueel opzicht zeer ambitieus.

De lamp is weer aangegaan; als ik denk aan die winter-avonden in 't donker! Welke uren heb ik toen met je doorgebracht! Het was prachtig en gruwelijk tegelijk. Ik herinner me plotseling een "litanie" welke ik niet vergeten wou, gehurkt op den vloer genoteerd te hebben bij de open deur van mijn vlammend kacheltje. Zoo doe je willens nillens aan romantiek in onzen prozaïschen gestandardiseerden tijd! Maar soms merk ik dat mijn zenuwen niet zoo heelemaal in den haak zijn. Als b.v. ik een waterleiding te repareeren heb, dat enerveert me geweldig, ik weet niet waarom, erger dan onverschillig welke schrik. Voor een paar provisorisch gestopte lekken heb ik nog steeds geen loodgieter kunnen krijgen, en altijd perst er weer eentje open. En terwijl ik hunker naar de post om een brief van je zijn mijn zenuwen ook niet bijster normaal; doch als de post voorbij is, ook zonder brief van je, dan keeren ze tamelijk gauw terug tot een relatieve orde. Op menig punt vermoed ik (maar ik weet niet welk) zul je me nog wel te dresseeren hebben! Ik zal mijn best doen, maar heb jij wat geduld!

Het is me ondanks veel prakkezeeren niet gelukt de beteekenis op te sporen van het rythme dat je citeert in je brief van het zieke ginta. Wat mag dat beduiden? Zeg 't me. Ik kom er niet achter.

Zou graag weten hoe je dezen dag hebt doorgebracht. Alleen? Met mij zooals ik met jou? Welk een zonde, die door de Engelj. spanningen bedorven concerten; dat maakt voor Joanna de tragedie ook nog pijnlijker, wroegender, denk ik. Sinds lang al heeft Joanna haar plaats in mijn bidden; maar er valt niet veel aan te doen, vrees ik; de trillingen van Engelj. schijnen me niet bijzonder gunstig. Het zal Woensdag goed gaan, hoop ik; maar wees niet bitter wanneer je een tikje ontevreden bent; daar schiet je weinig mee op.

Ik hoor wel van je of Van Eugen nog duiten op je overgeschreven heeft. Maar toen je sputterde, op 2 juni, was 't wel een beetje gauw, gerekend dat 1 juni op week-end viel. – Maak je geen zorgen voor 't betalen van mijn huisbaas hier en trek daar geen geld voor uit; wanneer hij een schoone lei eischt kan ik altijd mijn piano verkoopen. Maar als je geen kleeren en schoenen hebt zie dan wat geld mee te brengen voor inkoopen van jou, zooals ik je reeds zei. Hetgeen ik door Parijs wandelend mentaal voor je kocht liep elken middag naar de 50.000 francs in een wip, want ik zie den prijs pas als 't ding me bevalt, maar misschien vin jij dat nog een prikje.

Met Marius zit 't zoo, volgens Frank: Marius en Bekius willen ieder met een "serie" boekies voor den dag komen en rijden elkaar in de wielen. Doch Frank beweert dat Van Ulzen, een protestantsch (!) uitgever, solide is. – Ken jij een tijdschrift waar ik mijn boekie zou kunnen publiceeren, geheel of gedeeltelijk? Mijn contract verbiedt dat niet. En dat zou duiten inbrengen.

Geef me nu even je hand zooals vanmorgen toen ik je bij me voelde komen. Ik zoen ze streelend. Leg je arm om mijn hals, (merci, Thea) omhels me Thea-lief, en klem je even tegen je

Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA