MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460503 Matthijs Vermeulen aan Frederic von Eugen - concept

Matthijs Vermeulen

aan

Frederic von Eugen

 

Louveciennes, 3 mei 1946

 

3 Mei 1946

Zeer Geachte Heer Van Eugen,

Menig keer reeds dacht ik: mag ik U zonder antwoord laten op uw vriendelijken brief van 16 Febr, en dikwijls verweet ik me dat ik U niet schreef. Maar ik zei me ook: Er is geen haast bij. En ik hoop dat U mij dit lange uitstel zult willen vergeven. Want vanochtend pas kwam ik gereed met het voorlaatste hoofdstuk van dat boek waaraan ik sinds vijf maanden bezig ben en dat mij meer dan ik gewenscht en vermoed had, in beslag nam. Met sommige gedeelten heb ik een moeite ondervonden die ik niet verwachtte. Eigenlijk lag dat voor de hand. Zooals U begrijpen zult wil ik voor mijn rentrée in de Hollandsche muziek iets goeds maken, iets werkelijk goeds. Dat gaat soms minder vlug dan men zich verbeeldt. Ik nader nu echter het einde, en over twee, hoogstens drie weken zal het werk af zijn.

U zult mij, hoop ik, dezen tegenspoed verontschuldigen. Hij is niet te wijten aan luchthartigheid. Integendeel. Onder het schrijven en overwegen van de Princiepen der Europeesche Muziek zijn mijn gedachten vele malen afgedwaald naar een der drie onderwerpen welke U mij voorstelde in Uw brief van Febr. Uw idee inderdaad van Panorama der Westersche Muziek zou een natuurlijke voortzetting zijn van de Princiepen en ze zelfs harmonisch moeten completeeren. Ik dank U voor dezen titel en al wat hij inhoudt, want uit mijzelf ware ik er misschien niet toe gekomen. Zoodra het andere gereed is zal ik aanvangen met het Panorama. Ook het Verband tusschen Poëzie en Muziek schijnt mij boeiend en aanlokkelijk. Maar voor 't oogenblik zie ik het niet zoo duidelijk als Uw Panorama. Er ontbreekt mij nog een constructief middel-punt. Doch wellicht gewordt me dat nog op een goeden dag.

Aan den Uitgever van de Princiepen heb ik op Uw gewaardeerd advies verzocht om mij, in verhouding tot den grooteren omvang van het boek, een hooger honorarium toe te kennen. Tot dusverre ontving ik hierop nog geen bescheid. Ik heb evenwel in den loop dezer maanden 250 gulden voorschot van hem ontvangen zonder welke mijn arbeid in de gegeven omstandigheden ondoenlijk ware geweest. Niettemin heb ik den indruk dat de Princiepen niet zoo spoedig het openbaar zullen zien als mij gezegd werd toen ik tot het schrijven werd aangezocht. Mag ik U vragen wat U mij aanraadt te doen wanneer in de verschijning van het boek belangrijke vertraging zou ontstaan door schuld van den Uitgever? Het zou niet logisch en om verschillende andere redenen jammer zijn wanneer het Panorama verscheen vóór de Princiepen, en toch behoort deze onregelmatigheid tot de mogelijkheden waarmee rekening moet gehouden worden.

Door de moeilijkheden in mijn werk is ook uitstel ontstaan in mijn verhuizing naar Amsterdam, waar ik niet zal kunnen zijn vóór begin Augustus. Het zou mij spijten wanneer dit U op eenigerlei wijze teleurstelde maar ik zie weinig kans om de zaken welke ik hier nog te regelen heb meer te bespoedigen. Ben ik eenmaal in Amsterdam dan zal des te vlotter loopen, meen ik. Door de beminnelijke hulp van Mej. Thea Diepenbrock heb ik het geluk gehad een rustig bovenverdiepinkje te vinden op de Heerengracht 330, dat reeds gehuurd is, en waar ik mijn arbeid zonder noemenswaardige onderbreking zal kunnen voortzetten. En daar deze behuizing eenigszins moet ingericht worden, zou ik U gaarne verzoeken om het honorarium dat U mij toedenkt tot half Augustus te willen doen adresseeren aan Mej. Thea Diepenbrock, die de goedheid heeft gehad mij van de woning-zorg te bevrijden. Haar adres is 89 Johannes Verhulststr A'dam.

Het zal mij verheugen en zeker stel ik er prijs op om, wanneer ik in Amsterdam ben, met U over Panorama der Westersche Muziek, en eveneens over de andere onderwerpen die U mij suggereert, van gedachten te wisselen. Ik ben zeer benieuwd naar Uw persoonlijken kijk op die muzikale vraagstukken en ik twijfel er niet aan of U zult mijn gezichtskring kunnen verruimen.

Zeer gaarne nog enkele woorden van U hoorend

Met vriendelijke groeten, dank, en

de meeste Hoogachting

MV

 

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA