MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460127 H.P.L. Wiessing aan Matthijs Vermeulen

H.P.L. Wiessing

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 27 januari 1946

Kerkstraat 461 Amsterdam C

27 Jan. '46

Beste Vermeulen!

Van den oud-leraar van mijn zoon Jan, je Haarlemsche broer, vernam ik in antwoord op een vraag van mij, dat jij wat jezelf betreft den oorlog bent doorgekomen – maar dat je wel zware verliezen geleden hebt. lk ben in gedachten vaak bij je geweest tijdens mijn eigen omzwervingen deze vijf jaren, maar onbekendheid met je adres verhinderde mij te weten te komen, hoe het je ging. Ik heb door de Duitschers mijn eerste Vrouw verloren, die wegens een poging Joden uit het Amersfoortsche kamp te redden naar Auschwitz is gesleept en daar overleden. Zij was een groot karakter en is veel geweest voor mij en onze kinderen, maar Vermeulen ik besef, die zelf in '40 mijn jongsten zoon uit mijn eerste huwelijk verloor, hoe het verscheurt een kind te verliezen. De trots die ons vervult wegens den moed, die onze verloren gelieven getoond hebben, is de eenige troost.

Ik was in Frankrijk (Toulon), toen de Duitschers Holland binnenvielen. Het was niet geraden, terug te keeren, en mijn Vrouw heeft trouwens langs diplomatieken weg mij gevraagd niet te komen. Zij heeft geprobeerd naar mij te gaan, maar dat is mislukt. Eind Juni '40 was ik in Engeland. Daar ben ik ternauwernood aan interneering ontsnapt: wegens mijn politieke verleden, ook kreeg ik er geen werk totdat eind Juni '41 toen de Russen in den oorlog kwamen Gerbrandy mij een plaats bezorgde aan "Vrij Nederland", dat door van Blankenstein geleid werd. Hem en zijn trawanten heb ik goed leren kennen in de 3 jaar, dat ik tusschen die wormen en slangen heb doorgebracht. In Oxford en Londen heb ik gewoond. In Juli '44 ontslagen wegens actie tegen Gerbrandy c.s. In Nov. '44 tot eind Febr. '45 in het hospitaal van Hampstead, waar men mij ettelijke malen heeft geopereerd. Ook dit te boven gekomen en sinds Augustus '45 in mijn geliefde Amsterdam.

Sinds eenige weken heb ik aangenomen mee te werken in de redie van het voormalige illegale blad De Vrije Katheder, waarvan ik je gelijk met deze een ex. zend. Het is − mutatis mutandis − de Nieuwe Groene van dezen tijd. Ik ga, gelijk men ook verwacht, pogen er nog iets beters van te maken, en ik kom je vragen, of je niet eens wat te vertellen hebt − en dan vriendelijkerwijze via dit medium? Misschien geeft de muziek of anders een ander deel van het cultuurleven je inspiratie en ons de kans? Indien mijn (hartelijke) wensch niet voor vervulling in aanmerking mocht komen, zoo zul je mij toch iets over je zelf en je inzichten willen schrijven?

Met hartel. handdruk

t.t.

H.P.L. Wiessing

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA