MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451211 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 11 december 1945

11 Dec. '45

Lieve Matthijs, Peter is niet gekomen, mijn vriendin (Greet genaamd)1 en ik hebben er bijna onzen heelen dag mee verdaan, want vanmiddag om 3 uur kon men ons bij de K.L.M. in den Haag pas met zekerheid zeggen dat het vliegtuig (wegens mist) niet uit Londen was vertrokken. Zonde van den tijd, want die arme Greet zit op een kantoor, waar zij met de grootste moeite vrij krijgt en dan wordt die dag van haar vacantie (van 10 dagen!) afgetrokken! Nu wil ze morgen weer gaan en gaat er dus weèr een dag vacantie af. Ze moet nu alleen gaan, want ik kan morgen niet weg. Gedurende den tijd, dat we moesten wachten op bericht uit Londen, zijn we naar het Mauritshuis gegaan – dat was wel heel vacantieachtig en heerlijk.

J. vond ik thuis in vreeselijken zorg over een petekind van haar2, een doofstom kindje, dochtertje van een groote vriendin van haar. Het kind heeft geelzucht in een zoo ernstigen vorm, dat ze het wel niet halen zal. Het is hartverscheurend om aan die moeder te denken, want die heeft heelemaal voor dat kind geleefd 10 jaar lang. En haar man zit in Amerika en ze heeft alleen nog maar een dochtertje van 14, waar zij in haar verdriet nog niets aan heeft. J. is nu naar het ziekenhuis en blijft daar misschien wel als het kind stervende is. Alsof er niet al leed genoeg was door den oorlog!3 Onbegrijpelijk veel verdriet is er in de wereld. Hoe moet iemand met nauwelijks eenig geloof zooiets dragen?

Die passage van den vervloekten vijgenboom kende ik niet. Ik moet het eens nalezen en er bij gelegenheid eens met iemand over spreken, die me zeggen kan hoe de Kerk daartegenover staat. Ik kan me voorstellen, dat die gedachte, als hij je eenmaal te pakken heeft, je niet meer loslaat. Het is inderdaad niet nederig zoo te denken, het is stoutmoedig en voor de stoutmoedigheid is hoogmoed wel onontbeerlijk, denk ik. Hoewel ik ook hoogmoedig ben, zou ik deze stoutmoedigheid niet opbrengen – dat ligt ook niet op den weg van een vrouw, dunkt me. De opinie der menschen is mij ook onverschillig – dat is mijn hoogmoed; aan koninklijkheid kom ik niet toe. Wat jou betreft bedoelde ik ook "de koninklijkheid in princiep" – want ik begrijp wel: hoe meer koninklijkheid hoe meer eischen van koninklijkheid.

Met je van ouds bekende overdrijving heb je den toestand hier thuis (J. en ik) natuurlijk een beetje anders geschilderd dan hij is. Ik doe zeker niet alles, zelfs niet verreweg het meest. J. geeft 1o op het oogenblik meer les dan ik en heeft voor haar Latijnsche lessen te prepareeren, verder doet zij alles wat zij als "hoofd van het gezin" doen moet: distributiedingen en huisheeren en correspondentie over uitvoeringen van Pappie's werk etc. Zij doet ook nooit een moment niets en nooit iets zoomaar voor haar plezier, alleen de uren met Engeljan, die zijn haar vacatietijden. Ik geloof dat ik met zekerheid kan zeggen dat ik niet verlangd heb naar de liefde. Ik heb altijd gevonden dat ik wel voor de vriendschap, maar niet voor de liefde geschikt was, ik heb naar de lichamelijke liefde geen verlangens gehad, noch naar het krijgen van kinderen, ik had geen erg hoogen dunk van De Liefde, wel in theorie, maar niet in de praktijk, ik was gelukkig in het leven dat ik leed, in mijn eigen sfeer en met J., en ik had altijd genoeg succes bij mannen, d.w.z. oogenblikken van harmonie en met die verstrooide, niet gering in aantal zijnde oogenblikken ben ik altijd tevreden geweest. Ik geloof werkelijk niet, dat het zoo is dat ik het me niet bekennen wil. Ik heb nooit dat gevoel van onvoldaanheid gehad, dat zooveel ongetrouwde vrouwen hebben, ook door mijn reliogisiteit [lees: religiositeit]. Van het zieltje o.h.a.4 is wel juist, n.l. door de menschelijke warmte wordt de leegte in de fantasie weer aangevuld. (Dit alles onvermijdelijk in haast.) Ik ben je niet genadig – bah, wat een uitdrukking! – ik houd van je.

je Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. Margaretha (Greet) Santee Thedinga (1907-2001).
  2. Deanne van Hall, jongste dochter van Gijs en Emma van Hall-Nijhoff.
  3. Walraven van Hall, gefusilleerd op 12 februari 1945, was een broer van Gijs.
  4. Afkorting voor: onder het armpje.