MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451018 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 18 oktober 1945

Louveciennes

18 oct 1945

Lieve Thea, mijn gedurig verlangen,

en verlangen van mijn verlangen. Ik maak langzaam een litanie op je. Als ik zoek wat je bent is 't eigenlijk dat: Een open horizon en hoog aan den einder een lichtend beeld. Of een magnetisch veld, vol bloemen, en waar de lucht prikkelend is tot het gelukkigst avontuur, als de lucht na onweer. Of een warm hoekje, dat ik overal met me meedraag, en waar ik me voel als een krekel, waar alles in me zingend wordt als een krekel! Dikwijls zei ik me, ook toen dat verlangen speelde rondom Anny (en nu nog verwar ik jullie als in een feeërie van Shakespeare!) dikwijls zeg ik me: wanneer ik met diezelfde zachte en wilde furie de muziek kon achtervolgen, welk een meesterwerk zou ik componeeren! Zie je: daarom meen ik te mogen denken dat bij mij de liefde gaat boven alles. Ik ben misschien geen "echt" kunstenaar! Best mogelijk. En toch: ik weet niet of mijn Vde symphonie gelukt is. Om dat met zekerheid te weten moet ik ze eerst hooren. Maar gelukt of niet-gelukt: er ligt in die noten-teekens een psychische substantie, een psychisch explosief bijeengegaard, opgestapeld, genoeg voor meer dan honderd symphonieën. Wanneer ik me daarvan nuchter rekenschap geef, als buitenstaander, kan ik het zelf niet gelooven. Ik schrik ervoor terug. Wat zou 't dan zijn wanneer ik de muziek achternazat met die teedere razernij! Nog onevenaarbaarder, nog onovertrefbaarder, nog weergaloozer?! (Want dit doet niemand ter wereld mij na: het samengaren van zooveel psychische energie.) Neen! In mijn verlangen naar haar, naar jou, achtervolg ik het goede, heerlijke, zalige leven, achtervolg ik de muziek.

Wederom geen woord van je dezen ochtend! Doch mijn lampen en lampions zijn niet gedoofd. Zij blijven aangestookt. Wat er ook kome, ik kan 't voortaan moduleeren in licht. Maar ik zou mijn litanie wel willen voortzetten en voltooien.

Nog een paar notities bij je vorige brieven.

1° Ik houd niet van de termen erotisch en sexueel. Ik verafschuw ze! Zij kwetsen iets in me. Alles wat de moderne mensch daarmee uitdrukt en poogt uit te leggen is door hem geprofaneerd. Eertijds was de man in zake liefde en in de rest der zaken een bruut, tegenwoordig is hij een weerzinwekkende schoolmeester, sceptisch, geborneerd, oppervlakkig, en daarbij vervelend. Hij is in de liefde nog on-intelligenter dan de honden, de katten en de overige dieren. What a pity. Ik kan "die dingen" niet anders zien dan goddelijk, in een sfeer van adoratie, van religie, en tegelijk heel gewoon, heel eenvoudig, maar uiterst aanbiddelijk, ik kan ze niet anders zien dan als de hoogste gave van den Scheppenden Geest.

2° Je spreekt over geld zenden. Doe het voorloopig niet. Volgens de meeste waarschijnlijkheid kom ik toe tot 't eind van 't jaar. Wie dan leeft die dan zorgt. Er gaan overigens geruchten dat de franc gedevalueerd zal worden. Hoe later dus je guldens omgezet zullen worden, hoe meer franc ze kunnen zijn. En als je me nog ooit wat stuurt aan bank-waarden adresseer ze dan onder mijn civielen naam: M.C.F. van der Meulen. (Ik heet Matthaeus Christianus Franciscus.) Dit kan mij in de huidige omstandigheden moeilijkheden besparen met mijn paspoort.

3° Dat zou niets voor mij zijn een land waar iedereen je omhelst en waar je iedereen omhelst. Het komt exactement neer op het omhelzen van niemand. Geen wonder dat Oostenrijk sinds een eeuw niets meer voortbracht dan de misselijke Freud en een funeste factor werd in de geschiedenis van Europa. Brahms was er op zijn plaats. Wat ging Beethoven er zoeken! Hij vond er trouwens niets. De heele wereld overigens schijnt me tegenwoordig een Oostenrijk geworden te zijn. Alles omhelst! Het absolute-homogene, dit wil zeggen: waar niets nog hoedanigheid en eigenschap heeft. Gelijk de actueele muziek. Hoe klopt alles; ik bedoel: het sluit als een bus.

4° Zeker had ik het gesnapt. Maar ik wil omhelzen als ik. Heel gewoon! Maar adoreerend.

5° Vreemd dat je "bang" was in den zomer 1944. Ben ik zóóver gegaan in mijn onbewustheid? Zou ik al die jaren dat ik je schreef intuïtief geweten hebben dat Anny reeds ver was, ver van mij, ver van deze aarde? En toch was ze bij me.

Moet ik boeten?

liefste

je Matthijs

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA