MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19450726 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 26 juli 1945

26 Juli '45

Beste Matthijs,

Je hebt gelijk: een datum doet er niet toe; en je hebt oòk gelijk als je zegt dat we zoo dikwijls betreuren de een of andere hartelijkheid achterwege gelaten te hebben. Dat geeft het grootste zelfverwijt en het grootste verdriet, die kleine verzuimen. Ik dank je daarom voor je verjaardagsbrief en ben er blij mee, al was hij ook heel erg somber. De toestand hier geeft ook veel aanleiding tot klagen, misschien eigenlijk geen reden tot klagen, want al is er veel dat we anders zouden wenschen, er is toch ook heel veel ten goede al veranderd sinds de capitulatie. We hebben heelemaal voldoende te eten, we hebben alweer gas en electriciteit, telephoon, een paar uur per dag rijden er trams, iets van treinverkeer is er ook alweer – dat is toch al heel veel binnen het verloop van 3 maanden. Van den winter zal het allemaal wel moeilijker worden, want brandstof is er veel te weinig en je zou dan willen dat alles weer normaal was, wat natuurlijk niet mogelijk is; en ik houd het ook voor zeer waarschijnlijk dat de hulp, die in deze eerste maanden zoo heel noodzakelijk was van de geallieerde zijde, wel minder worden zal. Maar ik heb er toch op tegen om zoo erg te kankeren, want ze hebben toch maar gevochten en zware offers geleden, oòk voor ons. – En we zijn allemaal precies hetzelfde: de grootste chaos wordt hier veroorzaakt door de rotzooi, de pourriture van de Hollanders zelf, en als wìj bevrijders of bezetters waren, zouden we net zoo zijn als de Canadeezen – het maakt allemaal niks geen verschil, geloof je eigenlijk ook niet? we leven nu eenmaal in een laagtepunt van beschaving en het is al heel mooi dat er in alle landen bij elkaar meerdere honderden of duizenden geweest zijn die zich geofferd hebben voor hun ideaal.

Ik zie daar dat je van ene verwacht dat ik je een standje geef wegens de somberheid – is dit er een? ik geloof het niet; ik ben blij over het innerlijke licht dat je bezit, blij ook dat je weer aan het werk bent.

Aan je zuster heb ik groote gedeelten uit je brief over Anny en Josquin voorgelezen. Eerst dacht ik: ik zal het haar maar vertellen, niet voorlezen, want de toon van je brief is haar misschien wat vreemd, maar ten slotte leek het me toch een beetje onnatuurlijk om hem zoo achterbaks te houden. En het leek me, al reageerde ze spaarzaam, dat ze het allemaal goed begreep en ook meevoelen kon. Ze liet me fototjes zien van jullie en toen bedacht ik ineens of er ook menschen waren aan wie ik het zou meedeelen en wij kwamen toen op Mevr. v.d. Velde, aan wie ik ook geschreven heb. En je zuster zei toen, dat er nog een kist met boeken en souvenirs van Anny bij Mevr. Graichen moest staan. Wat vind je, zullen we daar iets mee doen? Zullen we de boeken verkoopen? Er is nog altijd een verschrikkelijk tekort aan boeken en er zijn dus nog goede prijzen te maken (zooals dat heet). Ik wil het best doen na de vacantie (we gaan nu een maand naar Laren), maar misschien wil je het liever zelf eens ter hand nemen later.

Het is vreemd dat je op 10 Juli mijn brief nog niet had, dien ik, dunkt me, 12 Juni geschreven had. Enfin, het doet er ook niet toe, waarom zouden we eigenlijk zoo'n haast hebben?

Verleden week hebben we concert gehad in Arnhem. Heel indrukwekkend was het. Het publiek was enorm ontvankelijk en we vonden de menschen geweldig moedig. De ruïnes zijn onbeschrijflijk. We reden 's nachts bij maanlicht door het puin: net Pompeji. Nu moet ik nog een zangeres in den Haag begeleiden en dan gaan we vacantie nemen. Holtwick komt 15 Aug. vrij. Het ziet er vreeselijk uitgewoond uit en je hebt geen middelen om het op te knappen, dat is wel jammer, maar we willen er toch wel graag weer eens heen. (Drift 31)

Veel hartelijks,

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA