Thea Diepenbrock
aan
Anny Vermeulen-van Hengst
Amsterdam, 17 februari 1944
17 II '44
Lieve Anny, dat is wel grappig dat het geld juist de 8ste kwam, al had het beter wat eerder kunnen komen! – want het is nog steeds van Dec., zooals ik je schreef. De vergunning voor Jan. heeft er ook weer lang over gedaan, er zal net een maand tusschen komen te liggen. – Jany en Pom noem ik niet bij den naam, hoor, misschien Pom, dat weet ik niet meer, ik zie hen zoo goed als nooit, de vergelijking gaat daarom ook niet op. Ik schrijf alleen de voornamen voor het gemak en omdat ik Engeljan zoo over hen hoor spreken. Jany heeft een nieuw gedicht gemaakt, een groot gedicht. Engelman zegt: hij heeft 80 woorden, maar die gebruikt hij dan ook mooi. Als nu dat tutoyeeren een "punt" wordt (bij jou), laat ik het dan ook maar meteen doen. Ik heb alleen willen zeggen, dat het voor mij geen behoefte is, ik zeg erg graag "u". In het begin kost het "je" me altijd een beetje moeite, maar dat is gauw voorbij. – Het in nog altijd beestachtig druk, het duurt nog wel een maand, voor ik weer tijd heb voor een brief. Schrijven jullie intusschen nog maar eens. Ik speel deze maand weer 8 x; dat is, met al de rest erbij, voldoende om nooit op adem te komen.
Veel liefs van je
Dorothea Diepenbrock
Joh. Verhulststr. 89 Amsterdam
briefkaart
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA