MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19431122 Thea Diepenbrock aan Anny Vermeulen-van Hengst en Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Anny Vermeulen-van Hengst en Matthijs Vermeulen

Amsterdam, ± 22 en 26 november 1943

[later toegevoegd:] nov. 43

Lieve Anny, Kort na elkaar heb ik den brief van je man en dien van jou gekregen, dus nu weet ik weer een heeleboel. Wat knap dat je wist dat er een Pipelare bestaan heeft, ik had nooit van den naam gehoord. Hij heeft zeker Pijp geheeten en om een of andere duistere reden d – g, vertaald la re, eraan toegevoegd. Ik zal Reeser eens vragen of hij Pipelare kent, als musicoloog zal hij dat wel moeten. De beschrijving van Heuckeroth vond ik heel raak. Het is een wonderlijke man. Wij zien hem nooit meer, maar we zijn "goed" met elkaar. Jarenlang is hij met Moeder gebrouilleerd geweest, eigenlijk omdat hij zijn ongeluk aan A.D. weet, die hem naar Amsterdam gehaald had voor het orkest van Royaards. Later is dat weer heelemaal bijgekomen en heeft hij ingezien dat hij zelf toch ook uit Arnhem weg wilde en dat A.D.er niets aan doen kon. Toen dat orkest van R. al gauw op de flesch was gegaan, heeft hij een afschuwelijke tijd doorgemaakt. Hij is eerst zonder werk geweest en is toen dirigent van het Rembrandttheater geweest en later heeft hij nog een armzalige operette gedirigeerd. Hij was heelemaal aan lager wal toen, Marie zat met de kinderen in Brabant en hij leefde hier in alle opzichten rommelig. Tenslotte is hij benoemd in Hoorn als dirigent van een harmoniecorps en toen heeft hij in de Purmer en de Beemster allerlei koren en fanfarecorpsen geleid. Het was allemaal zoo zielig, van zijn mooie dirigeeren was niets meer over, het was maat-hakken geworden. Maar hij vond het niet eens zoo héél vreeselijk, omdat hij razend actief was en dat is voor hem bijna de hoofdzaak. In dien tijd is Marie gestorven, en hij is toen hertrouwd met een rijke vrouw uit Hoorn, een weduwe met een dochtertje, een verstandig, aardig mensch, waar hij het erg goed mee heeft. Finantieel was het toen niet meer noodig dat hij al die toeteraars aanvuurde en zij zijn toen in Amsterdam komen wonen, waar hij een kameropera gesticht heeft, die in Krasnapolsky optrad! Afgrijselijk was het, je kromp ineen van ellende als je dat hoorde. En hij merkte het niet eens hoè verschrikkelijk het was. Costuums en requisieten, alles maakte hij zelf, met het gevolg dat hij op een goede dag zenuwziek was. Toen hebben ze een huisje gekocht op de Veluwe, en daar is hij weer beter geworden, heeft intusschen een verzameling aangelegd van anti-maçonnieke gegevens, is bij het nationaal-socialisme te land gekomen en werkt nu aan de duitsche school in Arnhem. De 90 brieven van A.D. heeft Reeser bij hem thuis overgeschreven, en hij wist niets dan goeds te vertellen over de sfeer van het gezin. In zekeren zin is hij nog goed terecht gekomen, het had nog erger kunnen zijn, maar van zijn talent als dirigent is het wel erg jammer. Hij heeft indertijd nog naar Utrecht gesolliciteerd, tegelijk met Cornelis, en later naar Haarlem, maar daar heeft hij zich bij zijn bezoeken aan bestuursleden weer zoo wild gedragen, dat zij er niet over gedacht hebben hem te nemen. Verhey is het toen geworden, die nu Haarlem niet goed genoeg meer vindt en het Residentie-orkest deelt met Schuurman. Weet je dat Emmy v. L. met een dokter getrouwd is, Hugenholtz? Ik geloof dat dat heel goed gaat. Pijper had een relatie met een danseres, Corry Hartong – ik weet niet of dat nog zoo is. – Het is niet juist, wat je schrijft, dat alleen in den ouden tijd Pausen huwelijken hebben ontbonden; dat gebeurt nog altijd en heelemaal niet alleen voor rijke of hooggeplaatste lieden, de kerkelijke rechtbanken hebben handenvol werk daarmee! Het niet-consumeeren van het huwelijk is één van de redenen, waarom een huwelijk ontbonden kan worden, er zijn er ook nog andere. Het niet-ontbindbare, tenzij in uitzonderingsgevallen, zit 'em in het feit dat het huwelijk een sacrament is, een gelofte aan God; de meerdere of mindere gelukkigheid van de echtgenooten is geen criterium voor de Kerk; waar het om gaat is altijd de verhouding van de ziel tot God en die is onafhankelijk van aardsch geluk. In sommige gevallen kan een echtscheiding wel een uitkomst zijn, maar dikwijls denk ik ook: wat een gedoe allemaal en wat kom je er verder mee, is het zoo mooi dat wat vroeger illegitiem was nu legitiem is en dat er tenslotte niets constants meer overblijft? Heeft de Kerk niet gelijk, wordt de wereld niet een chaos als die wetten vervallen?

26 Nov. Ik weet niet meer wanneer ik ben begonnen te schrijven, al wel een week geleden, denk ik. Intusschen zijn er nog 2 briefkaarten gekomen, de eerste met heugelijke tijding over de kip en de tweede met de zure over R. Het was eigenlijk wel te denken. Hier is het ook zoo en de motiveering is de zelfde, wat nog niet beteekent dat je er geloof aan moet hechten.

Aan je schoonzuster zullen we graag denken, als we weer zonder hulp zitten. Sinds 14 dagen komt er nu een kennisje van mij in de ochtenduren helpen. Na 5 dagen heeft zij weer opgezegd, ze had de kolder in de kop, maar nu wil ze toch weer blijven. We zullen het maar afwachten, het is een meisje met een heel zwak zenuwgestel. De aschbak wordt gehaald en gebracht, daar is een dienst voor. Koos gaat nu de trap haast niet meer af, alleen voor de schillenman en voor den melkboer. De boodschappen doet dat meisje nu grootendeels, wat een erge verlichting voor Joanna is. Ze tikt ook een hoop voor ons, de programma's en voor het boek. Lastig daarbij is dat ze in een gestookte kamer moet zitten en als wij aan het studeeren zijn, wat ook in de ochtenduren gebeuren moet, kunnen we haar er niet bij hebben. Dat is dus wel een heel uitgereken. De kachel op het atelier blijft doorbranden en beneden gaat ie aan tegen den tijd dat daar ook leerlingen komen. We hebben turf kunnen koopen buiten de bon en we hebben 5 mud kolen extra voor de leskamer, anders kon het niet op deze manier. Jullie zullen het wel erg koud hebben, als er alleen 's avonds gestookt wordt. Akelig vind ik dat.

Wat je man tegen zijn dochter zei, heb ik heelemaal niet serieus genomen, voor zoover het mìj aanging. Het ging me namelijk niets aan, ik was er met de haren bijgesleept, en als ik er op terugschreef, was het alleen maar om een grapje te maken. Het gekke is, dat al die "ootmoedige vragen" me als "litteratuur" aandoen en dat heeft me eenigszins teleurgesteld, want ik dacht dat zijn vriendschap voor mij de "litteratuur" niet van noode had! Ik zie ook niet in dat een "vogel voor het venster" een "nietigheid" zou zijn en "een onverwachte straal van licht" een "geweldigheid"; dat lijkt me ook "litteratuur". Als je erover schrijft, is het ineens zoo loodzwaar of pedant of eigenwijs – ik begrijp natuurlijk best dat iemand wel eens wat neerschrijft dat niet heelemaal eerlijk is (of, zooals jij zegt, iets wat onzin is), ik ben het alleen van je man niet gewend, omdat hij niet, zooals haast iedereen, slordig en in haast schrijft, maar er de rust voor neemt.

Zou Anny eens voor ons willen informeeren bij haar vriend naar den Père Omez, Dominicaan ook? Joanna zou erg graag zijn adres hebben; maar het is niet zeker dat hij in Frankrijk is. Bij het uitbreken van den oorlog was hij hier en heeft met de menschen van de legaties mee kunnen oversteken; en hij zou intusschen naar Frankrijk hebben kunnen terugkeeren. Het is een heel bijzondere man. Ik begrijp van dat geval van Anny eigenlijk niet veel, d.w.z. ik kan het me wel voorstellen, maar noem je dat "hemelsche Eros"? Is hij (die Eros) niet hemelsch door de omstandigheden alleen, en zou het verlangen eigenlijk niet anders getint zijn? In dat geval zou zij er toch eigenlijk niet mee mogen doorgaan. Of zou het bij Santa Chiara en Francesco, en dergelijke vriendschappen niet anders <= net zoo> zijn geweest en het dus toch geoorloofd zijn? Het lijkt me toch wel heel moeilijk voor haar, al is het nu ook een vervulling voor haar. Die theologische gesprekken zou ik wel graag eens hooren.

Wat is het eigenlijk, Mijnheer Vermeulen, dat u ervan terughoudt tot de Kerk terug te keeren? Heeft u geen verlangen naar het Sacrament des Altaars? Misschien zouden "de dingen u weer plezier doen" als u die vertroosting af en toe ontving. Ìk denk oòk dat u het heel moeilijk zult krijgen als de symphonie voltooid is. Maar het gaat altijd weer zoo anders dan we denken: het ligt haast tè veel voor de hand dat u "een crisis tegemoet zou gaan". Bent u u intusschen meer aangetrokken gaan voelen tot Nietzsche? Ik denk aan het paard en de kip! Die kip is, ook zonder teederheid, goud waard, dunkt me. Ik ben blij dat Donald nu voor een betere proviandeering zorgt, al is het jammer dat hij zijn school niet afgemaakt heeft. Wat voor werk heeft Josquin nu? Dat van die 4 maanden heb ik niet begrepen. Fijn van de tabak! De prijzen die u schrijft lijken me in vergelijking met hier laag, maar ik weet natuurlijk niet precies de waarde van den franc in Frankrijk. Wij kunnen er van ons inkomen (het huishoud-inkomen niet ons persoonlijk) <Het "huishouden" betaalt het eten, vuur en licht, wasch, huur, Koosje, assurantie. Die kas bestaat uit een jaarlijksche som, die Goekoop op Pappie en moeder had vastgezet (vervalt met Tante Cécile's dood) + auteursrechten. Na T. Cécile's dood moeten we dus àlles uit onze persoonlijke zak betalen.> nu niet meer komen, zullen binnenkort gaan inteeren. Die vele lesgeverij heeft met jullie niet direct te maken: als ze zich aanmelden, de leerlingen, kan je niet nee zeggen. Bertus ìs er weer en wij zijn weer begonnen. Mijn aandeel gaat naar jullie toe, en dat moet alleen af en toe, als het te weinig is, aangevuld worden met de centen van de leerlingen. Zoo, nu heb ik twee brieven tegelijk beantwoord.

Naar de bidprentjes moet ik nog zoeken.

Veel hartelijks van ons beiden

Thea

[bijgevoegd de beide bidprentjes van Alphons Diepenbrock († 1921) en Elisabeth Diepenbrock-de Jong van Beek en Donk († 1939)]

Het kruis van Moeder's plaatje is een geëmailleerd kruis, dat Moeder mooi vond, gemaakt door den emailleur Witteman, een vriend van ons. Gekleurd was het te duur, maar wij vonden het zoo ook wel mooi en Moeder ook, met wie wij alles besproken hebben. Twintig jaar geleden kon je zooiets nog niet laten doen – toen moest je de plaatjes maar nemen, die de begrafenisman je aanbood.

Th.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA