MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19390528 Matthijs Vermeulen aan Eduard van Beinum

Matthijs Vermeulen

aan

Eduard van Beinum

Louveciennes, 28 mei 1939

Louveciennes

2 Rue de l'Etang

28 Mei 1939

Zeer waarde, bewonderenswaarde Van Beinum,

Hoewel hier terug sinds Vrijdagmorgen, is het me nog niet gelukt tot "de orde van den dag" te geraken. Merkwaardige sensatie! Voortdurend ben ik met U in gesprek, debatteerend over dit en dat, als met een oud vriend van langen datum, met een soort van dubbelganger, beter nog: van tweeling broeder. Voortdurend ook jagen er passages der symphonie door mijn hoofd alsof ze op een plaat worden afgedraaid, met een buitengewone klaarheid. Dat alles in een helderen roes, bijna in een toestand van verrukking, die onmiddellijk zou kunnen overslaan in een extraordinair enthousiasme wanneer ik eraan toegaf. Een opluchting, een verlichting welke ik sedert jaren niet gewaarwerd en die ik me trouwens uit het verleden slechts herinner in een duur van seconden of minuten.

Deze tooverij bewerkt me vanaf Woensdagmorgen, vanaf het moment der generale repetitie waarop U het werk bij het begin in zijn geheel hebt doorgenomen en die ik beschouw als de eigenlijke eerste uitvoering der Derde Symphonie. Het kan niet vergeleken worden met tevredenheid. Het is veel meer dan dankbaarheid. Het moet ongeveer dezelfde gevoelsstaat zijn waarin Bruckner zich bevond toen hij volgens zijn biografen een voetval deed voor een dirigent. Iets wat ik tot nu toe nooit begrepen had. Maar wat ik vandaag begrijp.

Ik zou daarover nog uren kunnen uitweiden, zonder gevaar van overdrijving. Inderdaad: een grooter geluk, buitenkans en voorrecht kon me niet te beurt vallen dan U gehad te hebben als dirigent, dan U ontmoet te hebben als kunstenaar, als vakman en als mensch, in alle drie hoedanigheden even eminent, sympathisch, comprehensief, supra-normaal. Welk een verrassing! Ik heb reeds met aardig wat musici kennis gemaakt, hier en in Holland. Het slot was dat ik dacht: zou er niemand bestaan die mijn muziek hooren en voelen kan als wat ze is voor mij: als een "natuurlijke zaak van de wereld". Voor 't eerst iemand te treffen gelijk U, na zooveel verloren tijd, na zooveel vergeefsche contact-pogingen, iemand als U, die een melodische lijn instinctief, intuïtief weergeeft, als iets heel gewoons, simpel als een volksliedje, (en dat is het voor mij) in een onfeilbaar juiste intonatie en expressie, – hoe zou ik over zoo iets wonderbaarlijks, zoo iets wat voor mij onvindbaar was, wat me nog uniek is, komen uitgepraat?

Het scheelde niet veel overigens of ik hield deze uitvoering der symphonie voor een godsoordeel, in den strikten zin des woords. Zeker kan men nooit van te voren zeggen of men bij hachelijke gevallen in zijn binnenste nog niet een adertje van moreele energie aanboort. Ik weet dus niet hoe ik gereageerd zou hebben als ik persoonlijk een dwaling, een essentieele vergissing had moeten constateeren in mijn muzikale concepties. Maar men had mij zoo dikwijls aan het verstand trachten te brengen dat onoverkomelijke bezwaren mijne noten scheidden van een aannemelijke realiteit, en zoo dikwijls ben ik door collega's-componisten of "groote dirigenten" (o.a. Pierné, Kousséwitzky, Monteux, Stokowski) voor een "onmogelijk" geplaatst, dat ik het persoonlijk moeten concludeeren tot onmogelijkheid stellig ondergaan zou hebben als een terrible schok waarvan de nawerking niet te voorzien viel, zelfs al had die “onmogelijkheid” berust op factoren welke niets te maken hebben met de muziek. Voor deze beproeving heeft Uw verschijning (hoe moet ik het anders noemen?) mij niet enkel gespaard. Doch al wat er bij mij ten langen laatste kon opspoken aan bevliegingen van twijfel en wanhoop, heeft Uw meesterschap, en laat ik denken onze natuur-verwantschap, omgezet in zekerheden en vertrouwen.

Het is jammer dat wij niet een uurtje ongestoord, op ons kalme gemak de partituur hebben kunnen doorbladeren, blad voor blad, onze opinies en gezichtspunten uitwisselend, toetsend. Ik hoop dat dit nog gebeuren kan wanneer een tweede uitvoering zich realiseeren laat. Het zou voor mij zeer leerzaam zijn. Ik zou misschien ook sommige mijner bedoelingen een tikje kunnen verduidelijken. Wat hier en daar nog eenigszins verward leek, is, geloof ik, met enkele nuances in de klank-waarden te corrigeeren. "Schoon te krijgen" zooals U zegt. Het zou mij bijzonder verheugen, indien wijzigingen definitief noodig zouden zijn in détails, dat zij konden geschieden na wederzijdsch overleg. U hebt mij alle redenen gegeven om met Uw inzichten de grootste rekening te houden. Ik ken geen voorbeeld dat een compositie ooit zoo dicht benaderd is door een dirigent die gelijk U, met geen anderen maatstaf dan de Uwe, de tientallen moeilijkheden overwonnen heeft waarvan niemand een nauwkeuriger beeld kan hebben dan in dit geval de auteur. Want hij wist wat hij deed. De verkregen resultaten waren zoo magnifiek, en, ik ben ervan overtuigd, zóó zeldzaam, dat het me haast spijten zou geen criticus meer te zijn in Amsterdam.

Het zou mij genoegen en goed doen wanneer deze première der Derde Symphonie bij U even heuglijke, even verrijkende herinneringen had nagelaten als bij mij. Dan, om de waarheid te zeggen, zou ik niets meer te wenschen hebben. Doch geloof mij in elk geval Uw voor altijd erkentelijk en toegewijde

Matthijs Vermeulen

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA