MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19280419 A. Roland Holst aan Matthijs Vermeulen

Adriaan Roland Holst

aan

Matthijs Vermeulen

Hilversum, 19 april 1928

Hilversum.

April. 19. '28.

Donderdag.

Beste Thijs,

Het adres achterop de envelope deed je waarschijnlijk vreemd opkijken en kon je tegelijk verklaren waarom je na je brief van 3 April nog niet van mij hoorde.

Laat ik er kort over zijn: ik werd in Bergen werkelijk nogal zwaar ziek: eerst felle griep, vervolgens longontsteking, en nog wat later een nogal gemeen soort pleurus. Op aandringen van mijn broer kwam mijn vriend Dr .v.d. Linde uit Hilversum over. Hij vond een ziekenhuisverpleging (vooral omdat ik in Bergen alleen in een klein huis woon) noodzakelijk; ik lag toen met zeer hooge koorts en herhaaldelijk letterlijk in spasmen van pijn en benauwdheid. Hij gaf een punctie, tapte een hoeveelheid vocht van de pleurus af, en nog dienzelfden avond werd ik in een ziekenauto naar Hilversum getransporteerd en in dit voorbeeldig ziekenhuis ondergebracht.

Dat is nu ruim 2 weken geleden. Sinds ik hier ben ga ik goed vooruit; de 12 dagen in Bergen waren 't ergste: een donker onzeker avontuur; er waren enkele vrienden, die mij met groote hartelijkheid hielpen, maar ik had toch steeds 't gevoel zelf m'n kop erbij te moeten houden, omdat ik alleen wist waar alles in huis lag en zoo. Dit ziekenhuis is een zegen. Ik kom hier geheel tot rust: een monnik in pyama – 't Zal nog wel 'n paar weken moeten duren, want ik ben nog erg zwak – 't is n.m. in 't begin nogal erg geweest. – Maar genoeg over het veege lijf – je begrijpt nu wel, waarom ik niet eerder schreef. En sinds een week heb ik, nu ik weer schrijven mag, zoo enorm veel af te doen, dat ik (nog vrij gauw moe zijnde) dezen brief ook maar niet langer maak.

Eerst moet ik maar weer eens wat van jou hooren. Arme kerel, uit je vorigen brief kreeg ik een indruk van oververmoeidheid en beuheid. En hoe zie je je kansen wat de muziek aangaat? Heb je je oordeel over die sonate van v.D. al gevormd? – Binnenkort komt Pom weer terug en hij zal mij dan wel gauw op komen zoeken; ik zal 't dan met hem eens hebben over de mogelijkheid van een vertaling van Fransch proza, maar de kans lijkt mij gering – Laat gauw eens wat hooren –

Een brief van jou zal mij hier goed doen –

Hart. gr., ook aan Anny,

en een hand van je

Jany

[adres achterop de enveloppe: R.K. Ziekenverpleging, Hilversum]

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA